1.
De aanvrage tot afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer wordt overeenkomstig het bepaalde in
artikel 2, eerste lid, ingediend bij een Kamer van Koophandel en Fabrieken in de vorm, vereist ingevolge de terzake van toepassing zijnde, in artikel 1, eerste lid, onder b, bedoelde internationale afspraken en de regelen, bedoeld in het zevende lid, en onder bijvoeging van de bewijsstukken en gegevens, welke nodig zijn om met toepassing van de daaromtrent in die internationale afspraken en regelen gestelde voorschriften de oorsprong van de in de aanvrage vermelde goederen te kunnen vaststellen.
2.
De aanvrage wordt door de secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voorzien van zijn bevinding en vervolgens door de aanvrager in handen gesteld van de terzake door Onze Minister van Financiën aangewezen ambtenaar. Op de aanvrage wordt, met inachtneming van de in het eerste lid bedoelde internationale afspraken en regelen, door deze Minister beslist. Het certificaat wordt in de door die internationale afspraken en regelen vereiste vorm afgegeven.
3.
In afwijking van het in het eerste en tweede lid bepaalde kan een exporteur, die veelvuldig goederen exporteert, gebruik maken van de in de internationale afspraken, bedoeld in het eerste lid, omschreven vereenvoudigde procedure voor de afgifte van de betrokken certificaten, indien Onze Minister van Financiën hem op zijn bij de terzake door de Minister aangewezen ambtenaar ingediend verzoek, daartoe toestemming heeft verleend.
4.
De in het derde lid bedoelde toestemming wordt slechts verleend aan de exporteur die een administratie voert, die zodanig is ingericht, dat daaruit de oorsprong van de goederen, welke in een met toepassing van de vereenvoudigde procedure afgegeven certificaat zijn vermeld, kan blijken. Onze Minister van Financiën kan nadere eisen stellen, waaraan de administratie moet voldoen.
5.
De toestemming kan onder beperkingen worden verleend. Aan de toestemming kunnen voorschriften worden verbonden.
6.
De toestemming kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken indien de exporteur misbruik heeft gemaakt van de vereenvoudigde procedure, indien gebruikmaking van de vereenvoudigde procedure niet meer mogelijk is ingevolge de in het eerste lid bedoelde internationale afspraken, indien niet meer wordt voldaan aan de eisen, bedoeld in het vierde lid, of indien de in het vijfde lid bedoelde beperkingen of voorschriften niet in acht zijn genomen.
7.
Onze Minister van Financiën kan nadere regelen stellen betreffende de vorm van de aanvragen en van de certificaten inzake goederenverkeer, alsmede met betrekking tot de voorwaarden voor afgifte van zodanige certificaten.