1.
Aan een keuring van een combinatie van een geleider en een politiespeurhond kunnen deelnemen ambtenaren van politie als bedoeld in artikel 3, onder a en c, van de rijkswet die door de korpsbeheerder zijn aangewezen als geleider.
2.
Voor een keuring komen in aanmerking honden die:
a. door een gediplomeerd dierenarts gezond zijn verklaard;
b. ingeënt zijn tegen de in het keuringsreglement aangewezen ziekten.
3.
De keuring vindt niet plaats dan nadat de geleider politiespeurhond een van de examens, bedoeld in artikel 22, met goed gevolg heeft afgelegd.
4.
De keuring van een combinatie van een geleider en een politiespeurhond geschiedt door de keuringscommissie voor de politiespeurhond op basis van het keuringsreglement voor de politiespeurhond.
5.
De verdovende middelen, bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel d, onder 2°, worden geplaatst en verborgen in kleine hoeveelheden, op locaties en in verpakkingen overeenkomstig de praktijk.
6.
De politiespeurhond wordt gedurende de keuring geleid door zijn geleider.
7.
Indien de keuring niet met goed gevolg wordt afgelegd, bestaat de mogelijkheid van maximaal twee herkansingen. Voor een combinatie van een geleider en een politiespeurhond menselijke geur die wordt gekeurd voor de geuridentificatietaak bestaat de mogelijkheid van meer dan twee herkansingen.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Bewapening en overige uitrusting
- Hoofdstuk 3. Keuring en certificering politiehonden
+ Hoofdstuk 4. Onderscheidingstekens hoofdrangen
+ Hoofdstuk 5. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht