1.
De bewapening van de ambtenaar die is belast met aanhoudings en ondersteuningswerkzaamheden, bestaat mede uit:
a. een pistoolmitrailleur met de daarbij behorende munitie;
b. een gasgeweer met bijbehorende gasprojectielen;
c. een semi-automatisch vuurwapen.
2.
De korpsbeheerder kan bepalen dat een ambtenaar als bedoeld in het eerste lid die beschikt over een geldig certificaat als bedoeld in artikel 25, eerste lid, tijdens de uitoefening van de dienst mede wordt uitgerust met een hond met als doel in politiedienst te worden ingezet bij aanhoudings- en ondersteuningswerkzaamheden.
3.
De overige uitrusting van de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, bestaat tijdens de uitoefening van de dienst uit een gasmasker en explosieven.
4.
De korpsbeheerder kan de ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, mede uitrusten met een kogelwerend vest en een kogelwerende helm.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
- Hoofdstuk 2. Bewapening en overige uitrusting
+ Hoofdstuk 3. Keuring en certificering politiehonden
+ Hoofdstuk 4. Onderscheidingstekens hoofdrangen
+ Hoofdstuk 5. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht