Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 15 december 2010, nr. 5679576/Justis/10, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag in het domein Openbare Ruimte
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Gelezen het verzoek van hoofd Leefbaarheid & Toezicht van de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag van 22 november 2010 en de daaropvolgende adviezen van de korpschef van het regionaal politiekorps Haaglanden en van de hoofdofficier van justitie te Den Haag;
Gelet op:
–
artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b (en derde lid), van het Wetboek van Strafvordering;
–
artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;
–
artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;
–
artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2°, van de Wet op de economische delicten.
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in
artikel 2.
Artikel 2
De ambtenaren, werkzaam in de functie van Vakman, vakspecialist en expert van Toezicht en Handhaving (boswachter) in dienst bij de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag.
1.
De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein I, Openbare Ruimte, van
bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar .
2.
De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland en voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.
3.
De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.
Artikel 4
Op grond van dit besluit kunnen maximaal 15 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.
1.
Het hoofd Leefbaarheid & Toezicht van de Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:
a.
het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in
artikel 2 genoemde functie;
b.
de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;
c.
de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.
2.
Dit verslag wordt toegezonden aan de in
artikel 5 bedoelde toezichthouders en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, afdeling BTR, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.
Artikel 8
Het
Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag flora- en faunabeheerder 2005 , kenmerk 5394039/Justis/05, wordt ingetrokken.
Artikel 9
De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in
artikel 8 genoemde besluit, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.
Artikel 10
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Stadsbeheer van de gemeente Den Haag, domein I Openbare Ruimte 2010.
Den Haag, 15 december 2010