Artikel 1390
De overeenkomst van personenvervoer in de zin van deze titel is de overeenkomst van personenvervoer, al dan niet tijd- of reisbevrachting zijnde, waarbij de ene partij (de vervoerder) zich tegenover de andere partij verbindt aan boord van een luchtvaartuig een of meer personen (reizigers) en al dan niet hun bagage uitsluitend door de lucht te vervoeren.
Artikel 1391
Het tijdperk van het luchtvervoer van personen en hun niet aangegeven bagage omvat de tijd, dat de reiziger zich aan boord van het luchtvaartuig bevindt, alsmede de tijd van enige handeling verband houdend met het aan boord gaan en het verlaten van het luchtvaartuig.
Artikel 1392
Tijd- of reisbevrachting in de zin van deze afdeling is de overeenkomst van personenvervoer, waarbij de vervoerder (de vervrachter) zich verbindt tot vervoer aan boord van een luchtvaartuig dat hij daartoe, anders dan bij een overeenkomst waarbij de ene partij zich verbindt een luchtvaartuig ter beschikking te stellen van haar wederpartij zonder daarover nog enige zeggenschap te houden, in zijn geheel en al dan niet op tijdbasis (tijdbevrachting of reisbevrachting) ter beschikking stelt van zijn wederpartij (de bevrachter).
Artikel 1393
De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door dood of letsel van de reiziger, indien het ongeval dat de schade veroorzaakte, plaats vond tijdens de in artikel 1391 omschreven periode.
1.
De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door vernieling, verlies of beschadiging van aangegeven bagage indien het voorval dat de schade veroorzaakte, plaats vond tijdens de in artikel 1351 omschreven periode. De vervoerder is evenwel niet aansprakelijk voorzover de schade voortvloeide uit de aard of het eigen gebrek van de bagage.
2.
De vervoerder is aansprakelijk voor schade veroorzaakt door vernieling, verlies of beschadiging van niet aangegeven bagage, daaronder begrepen persoonlijke bezittingen, indien de schade voortvloeide uit zijn schuld of die van degenen van wier hulp hij bij de uitvoering van zijn verbintenis gebruik maakte.
1.
Onverminderd deze afdeling zijn op het vervoer van aangegeven bagage de artikelen 1351, 1357, 1358, 1370, 1377, 1378, 1379 en 1380 van overeenkomstige toepassing.
2.
Partijen hebben de vrijheid af te wijken van in het eerste lid op hun onderlinge verhouding toepasselijk verklaarde bepalingen.
1.
De vervoerder is aansprakelijk voor schade voortvloeiende uit vertraging in het luchtvervoer.
2.
De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade voorvloeiend uit vertraging, indien hij en degenen van wier hulp hij bij de uitvoering van zijn verbintenis gebruik maakte alle maatregelen hebben genomen, die redelijkerwijs gevergd konden worden om de schade te vermijden of het hem en hun onmogelijk was die maatregelen te nemen.
1.
Indien de vervoerder bewijst dat schuld of nalatigheid van de persoon die schadevergoeding vordert of van de persoon aan wie hij zijn rechten ontleent, de schade heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen, is de vervoerder geheel of gedeeltelijk ontheven van zijn aansprakelijkheid jegens die persoon voorzover die schuld of nalatigheid de schade heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen.
2.
Indien schadevergoeding wordt gevorderd wegens dood of letsel van een reiziger door een ander dan die reiziger, is de vervoerder eveneens geheel of gedeeltelijk ontheven van zijn aansprakelijkheid voorzover hij bewijst dat de schuld of nalatigheid van die reiziger de schade heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen.
3.
Dit artikel is van toepassing op alle aansprakelijkheidsbepalingen in deze afdeling, daaronder begrepen artikel 1399, eerste lid.
1.
Elk beding strekkende om de vervoerder te ontheffen van zijn aansprakelijkheid uit hoofde van deze afdeling of om een lagere grens van aansprakelijkheid vast te stellen dan die, welke krachtens deze afdeling is bepaald, is nietig, doch de nietigheid van dit beding heeft niet de nietigheid ten gevolge van de overeenkomst, die onderworpen blijft aan deze titel.
2.
Deze bepaling laat artikel 1395, tweede lid, onverlet.
1.
Voor schade bedoeld in artikel 1393 die een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen niet te boven gaat, kan de vervoerder zijn aansprakelijkheid niet beperken of uitsluiten.
2.
De vervoerder is niet aansprakelijk voor schade bedoeld in artikel 1393 voorzover deze een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen te boven gaat, indien hij bewijst dat:
a. de schade niet te wijten was aan de schuld of nalatigheid van hem of van degenen van wier hulp hij bij de uitvoering van zijn verbintenis gebruik maakte; of
b. de schade uitsluitend te wijten was aan de schuld of nalatigheid van een derde.
3.
Artikel 1359, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
1.
In geval van schade veroorzaakt door vertraging als bedoeld in artikel 1396 bij het vervoer van reizigers, is de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt tot een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen.
2.
Bij het vervoer van bagage is de aansprakelijkheid van de vervoerder in geval van vernieling, verlies, beschadiging of vertraging beperkt tot een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen bedrag of bedragen zulks behoudens bijzondere verklaring omtrent belang bij de aflevering gedaan door de reiziger bij de afgifte van de aangegeven bagage aan de vervoerder en tegen betaling van een mogelijkerwijs verhoogd tarief. In dat geval is de vervoerder verplicht te betalen tot het bedrag van de opgegeven som, tenzij hij bewijst dat deze het werkelijk belang van de reiziger bij de aflevering te boven gaat.
3.
Artikel 1359, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 1401
De in artikel 1400 vermelde aansprakelijkheidsgrenzen zijn niet van toepassing, indien wordt bewezen dat de schade het gevolg is van een eigen handeling of nalaten van de vervoerder of van enige persoon van wiens hulp hij bij de uitvoering van zijn verbintenis gebruik maakte, welke plaats vond hetzij met het opzet schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap, dat schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien; in geval van een eigen handeling of nalaten van een persoon als hiervoor bedoeld moet tevens worden bewezen dat deze handelde in de uitoefening van de werkzaamheden waartoe hij werd gebruikt.
1.
Indien een geding op grond van schade als bedoeld in deze afdeling aanhangig wordt gemaakt tegen een persoon van wiens hulp de vervoerder bij de uitvoering van zijn verbintenis gebruik maakte, zal deze, indien hij bewijst dat hij in de werkzaamheden waartoe hij werd gebruikt heeft gehandeld, zich kunnen beroepen op de aansprakelijkheidsgrenzen waarop de vervoerder zich krachtens de artikelen 1399 en 1400 kan beroepen.
2.
Het totale bedrag van de schadevergoeding, welke in dat geval van de vervoerder en de in het eerste lid bedoelde persoon kan worden verkregen, mag de in artikel 1399 en artikel 1400 vermelde grenzen niet overschrijden.
3.
Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien wordt bewezen dat de schade het gevolg is van een eigen handeling of nalaten van de in het eerste lid bedoelde persoon, welke plaats vond hetzij met het opzet schade te veroorzaken, hetzij roekeloos en met de wetenschap dat schade er waarschijnlijk uit zou voortvloeien.
Artikel 1403
In geval van aan de reiziger overkomen letsel en van de dood van de reiziger zijn de artikelen 107 en 108 van Boek 6 niet van toepassing op de vorderingen die de vervoerder als wederpartij van een andere vervoerder tegen deze laatste instelt.
Artikel 1404
De wederpartij van de vervoerder is verplicht deze de schade te vergoeden die hij lijdt doordat de reiziger, door welke oorzaak dan ook, niet tijdig ten vervoer aanwezig is.
Artikel 1405
De wederpartij van de vervoerder is verplicht deze de schade te vergoeden die hij lijdt doordat de documenten met betrekking tot de reiziger, die van haar zijde voor het vervoer vereist zijn, door welke oorzaak dan ook, niet naar behoren aanwezig zijn.
1.
Onverminderd artikel 179 van Boek 6 is de reiziger verplicht de vervoerder de schade te vergoeden, die hij of zijn bagage heeft berokkend en zulks door het blote feit, dat de gebeurtenis, die de schade veroorzaakte, plaats vond gedurende de in artikel 1391 omschreven periode, of wat betreft aangegeven bagage de in artikel 1351 omschreven periode.
2.
De schade wordt aangemerkt het door de vervoerder naar zijn redelijk oordeel vast te stellen bedrag te belopen, maar indien de vervoerder meent dat de schade meer dan 227 euro beloopt, moet hij zulks bewijzen.
1.
Wanneer vóór of tijdens het vervoer omstandigheden aan de zijde van de wederpartij van de vervoerder of de reiziger zich opdoen of naar voren komen, die de vervoerder bij het sluiten van de overeenkomst niet behoefde te kennen, maar die, indien zij hem wel bekend waren geweest, redelijkerwijs voor hem grond hadden opgeleverd de vervoerovereenkomst niet of op andere voorwaarden aan te gaan, is de vervoerder bevoegd de overeenkomst op te zeggen en de reiziger uit het luchtvaartuig te verwijderen.
2.
De opzegging geschiedt door een kennisgeving aan de wederpartij van de vervoerder of aan de reiziger en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst van de eerst ontvangen kennisgeving.
3.
Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging van de overeenkomst verplicht elkaar de daardoor geleden schade te vergoeden.
1.
Wanneer vóór of tijdens het vervoer omstandigheden aan de zijde van de vervoerder zich opdoen of naar voren komen, die diens wederpartij bij het sluiten van de overeenkomst niet behoefde te kennen, maar die, indien zij haar wel bekend waren geweest, redelijkerwijs voor haar grond hadden opgeleverd de vervoerovereenkomst niet of op andere voorwaarden aan te gaan, is deze wederpartij van de vervoerder bevoegd de overeenkomst op te zeggen.
2.
De opzegging geschiedt door een kennisgeving en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan.
3.
Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid zijn partijen na opzegging der overeenkomst verplicht elkaar de daardoor geleden schade te vergoeden.
Artikel 1409
Wanneer de reiziger na het verlaten van het luchtvaartuig niet tijdig terugkeert, kan de vervoerder de overeenkomst beschouwen als op dat tijdstip te zijn geëindigd.
1.
De wederpartij van de vervoerder is steeds bevoegd de overeenkomst op te zeggen. Zij is verplicht de vervoerder de schade te vergoeden die deze ten gevolge van de opzegging lijdt.
2.
Zij kan dit recht niet uitoefenen, wanneer daardoor de reis van het luchtvaartuig zou worden vertraagd.
3.
De opzegging geschiedt door een kennisgeving en de overeenkomst eindigt op het ogenblik van ontvangst daarvan.
1.
Bij het vervoer van reizigers moet een individueel of collectief vervoersdocument worden uitgereikt.
2.
De uitreiking van het in het eerste lid bedoelde vervoersdocument kan worden vervangen door het gebruik van ieder ander middel waardoor de gegevens betreffende de reis worden vastgelegd. Indien van zodanig ander middel gebruik wordt gemaakt, biedt de vervoerder aan de aldus vastgelegde gegevens in schriftelijke vorm aan de reiziger uit te reiken.
3.
De vervoerder reikt aan de reiziger een identificatielabel uit voor elk stuk aangegeven bagage.
4.
Aan de reiziger wordt een schriftelijke mededeling verstrekt inhoudende dat wanneer deze titel van toepassing is hij de aansprakelijkheid van de vervoerders regelt en kan beperken ter zake van dood of letsel en in geval van vernieling, verlies of beschadiging van bagage, alsmede in geval van vertraging.
5.
Niet-inachtneming van het bepaalde in de voorgaande leden doet niet af aan het bestaan of de geldigheid van de vervoerovereenkomst, die desondanks onderworpen zal zijn aan de bepalingen van deze titel met inbegrip van die betreffende de beperking van de aansprakelijkheid.
6.
Het eerste lid geldt niet tussen partijen bij een bevrachting.
8.
Dit artikel is niet van toepassing op het vervoer dat in bijzondere omstandigheden buiten elke normale uitoefening van het luchtvaartbedrijf plaats vindt.
Artikel 1412
De reiziger heeft het recht onmiddellijk na aankomst ter plaatse van zijn bestemming van de vervoerder te vorderen hem de bagage af te leveren.
Artikel 1413
Onverminderd afdeling 1 van Titel 4 van Boek 6 is de wederpartij van de vervoerder verplicht de vervoerder de schade te vergoeden, geleden doordat deze zich als zaakwaarnemer inliet met de behartiging van de belangen van de reiziger met betrekking tot diens bagage.
Artikel 1414
In geval van aanneming door de reiziger van de aangegeven bagage zonder protest wordt vermoed dat deze in goede staat en in overeenstemming met de gegevens vastgelegd door de andere middelen bedoeld in artikel 1411, tweede lid, is afgeleverd.
Inhoudsopgave
- Boek 8. Verkeersmiddelen en vervoer
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht