Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2018. U leest nu de tekst die gold op -.

Comptabiliteitswet 2001

Uitgebreide informatie
1.
Elke verplichting en uitgaaf enerzijds en elke ontvangst anderzijds wordt op een begrotingsartikel onder de verplichtingen en de uitgaven, onderscheidenlijk de ontvangsten geboekt.
2.
Onze Minister van Financiën kan categorieën verplichtingen, uitgaven en ontvangsten aanwijzen, die op een rekening buiten het begrotingsverband kunnen worden geboekt, indien deze met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.
3.
Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten geboekt op rekeningen buiten het begrotingsverband worden, indien verrekening achterwege blijft, geboekt ten laste dan wel ten gunste van begrotingsartikelen van het jaar, waarin blijkt dat geen verrekening zal plaatsvinden.
4.
In afwijking van het eerste lid:
a. kunnen terugbetalingen aan het Rijk op eerder in hetzelfde jaar gedane uitgaven in mindering worden geboekt van die uitgaven;
b. kunnen terugbetalingen door het Rijk van ontvangsten in mindering worden geboekt van de ontvangsten;
c. kan, in geval een geldlening geheel of gedeeltelijk wordt aangegaan ter conversie van uitstaande schuld, het bedrag van de afgeloste schuld in vergelijking worden gebracht met de opbrengst van de nieuwe geldlening; een daarbij blijkend verschil wordt alsdan ten gunste of ten laste van de begroting geboekt.
5.
De boeking van de verplichtingen en de uitgaven geschiedt ten lastevan een begrotingsartikel in elk geval zodanig, dat aan de bijgehouden administraties onder meer kunnen worden ontleend:
a. het deel van de raming van de aan te gane verplichtingen dat daadwerkelijk is aangegaan;
b. het deel van de raming van de uitgaven dat daadwerkelijk tot uitgaven heeft geleid;
c. per individueel aangegane verplichting het deel dat nog niet tot uitgaven heeft geleid;
d. het deel van de raming van de uitgaven waarvoor nog geen verplichtingen zijn aangegaan.
6.
Onze Minister van Financiën doet aan de Algemene Rekenkamer schriftelijk mededeling van de aangewezen categorieën, bedoeld in het tweede lid.
1.
Ter bepaling van het jaar ten laste of ten gunste waarvan een verplichting of een uitgaaf, onderscheidenlijk een ontvangst moet worden geboekt, is artikel 3, eerste tot en met derde lid, van overeenkomstige toepassing.
2.
In een jaar aangegane verplichtingen, die eerst na het sluiten van de boeken van dat jaar blijken, worden geboekt op het overeenkomstige begrotingsartikel in het dan lopende jaar.
1.
Onze Minister van Financiën kan categorieën niet-geldelijke betalingen en ontvangsten aanwijzen die als geldelijke betalingen onderscheidenlijk ontvangsten worden geboekt.
2.
Onze Minister van Financiën doet aan de Algemene Rekenkamer schriftelijk mededeling van de aangewezen categorieën.
1.
Verrekeningen tussen onderdelen van het Rijk, waarvan de begrotingsartikelen niet tot eenzelfde begroting behoren, worden geboekt als geldelijke betalingen en ontvangsten.
2.
Het eerste lid kan tevens worden toegepast bij verrekeningen tussen dienstonderdelen waarvan de begrotingsartikelen tot eenzelfde begroting behoren, indien het aantoonbaar administratief doelmatig is deze verrekeningen als geldelijke betalingen en ontvangsten te boeken.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. De begroting van het Rijk
- Hoofdstuk II. Het begrotingsbeheer en de bedrijfsvoering van het Rijk
+ Hoofdstuk III. Het toezicht van Onze Ministers
+ Hoofdstuk IV. Het liquidemiddelenbeheer en de financiering van rechtspersonen die collectieve middelen beheren
+ Hoofdstuk V. De verantwoording van het Rijk
+ Hoofdstuk VI. De accountantscontrole bij het Rijk
+ Hoofdstuk VII. De Algemene Rekenkamer
+ Hoofdstuk VIII. Comptabele noodwetgeving
+ Hoofdstuk IX. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht