Het Koninkrijk België,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Portugese Republiek,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Verdragsluitende Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
hierna „Lid-Staten" te noemen, en
de Europese Economische Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal,
hierna „de Gemeenschap" te noemen,
enerzijds,
en de Republiek Bulgarije,
hierna „Bulgarije" te noemen,
anderzijds,
Gelet op het belang van de traditionele banden tussen de Gemeenschap, haar Lid-Staten en Bulgarije, en hun gemeenschappelijke waarden,
Erkennende dat de Gemeenschap en Bulgarije deze banden wensen te versterken en nauwe, duurzame betrekkingen tot stand willen brengen op grond van het wederzijds belang en wederkerigheid, waardoor Bulgarije zal kunnen deelnemen aan het proces van Europese integratie, en aldus de betrekkingen versterken en uitbreiden die in het verleden tot stand zijn gebracht, met name door de op 8 mei 1990 ondertekende Overeenkomst inzake handel en commerciële en economische samenwerking,
Gelet op de mogelijkheden die het ontstaan van een nieuwe democratie in Bulgarije biedt voor betrekkingen van een nieuw gehalte,
Gelet op de verbintenis van de Gemeenschap en haar Lid-Staten en van Bulgarije tot versterking van de politieke en economische vrijheden, die de grondslag van de associatie vormen,
Erkennende het fundamentele karakter van de democratische veranderingen in Bulgarije, die vreedzaam verlopen en gericht zijn op het tot stand brengen van een nieuw politiek en economisch bestel dat gegrondvest is op de regels van de rechtsstaat en de mensenrechten, politiek pluralisme, een pluralistisch meerpartijenstelsel met vrije, democratische verkiezingen en het tot stand brengen van het wettelijk en economisch kader dat noodzakelijk is voor het opbouwen van een markteconomie, alsmede de noodzaak om dat proces met bijstand van de Gemeenschap voort te zetten en te voltooien,
Gelet op de vaste verbintenis van de Gemeenschap en haar Lid-Staten en van Bulgarije ten aanzien van de rechtsstaat en de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren, en ten aanzien van de volledige uitvoering van alle andere beginselen en bepalingen die vervat zijn in de Slotakte van de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE), de slotdocumenten van Wenen en Madrid, het Handvest van Parijs voor een nieuw Europa, en ten aanzien van de beginselen en bepalingen van het Europese Energiehandvest,
Bereid zijnde betere contacten tussen hun ingezetenen, alsmede de vrije uitwisseling van informatie en ideeën aan te moedigen, zoals de Partijen zijn overeengekomen in het kader van de CVSE,
Zich bewust zijnde van het belang van deze Overeenkomst om in Europa een systeem van stabiliteit op grond van samenwerking tot stand te brengen en op te bouwen, waarbij de Gemeenschap één van de hoekstenen is,
Van oordeel zijnde dat een verband dient te worden gelegd tussen de volledige uitvoering van de associatie, enerzijds, en voortzetting van de concrete verwezenlijking van hervormingen in Bulgarije op politiek, economisch en juridisch vlak, anderzijds, en de invoering van de factoren die vereist zijn voor samenwerking en het werkelijk nader tot elkaar brengen van de systemen van de Partijen, met name op grond van de conclusies van de CVSE-Conferentie van Bonn,
Verlangende regelmatige politieke dialoog over bilaterale en internationale vraagstukken van wederzijds belang tot stand te brengen om de associatie te versterken en te voltooien,
Rekening houdende met het feit dat de Gemeenschap bereid is om doorslaggevende steun te verlenen voor de voltooiing van de overgang naar een markteconomie in Bulgarije en bereid is Bulgarije te helpen om de economische en sociale gevolgen van structurele aanpassing op te vangen,
Rekening houdende bovendien met het feit dat de Gemeenschap bereid is tot het instellen van instrumenten voor samenwerking en economische, technische en financiële bijstand op veelomvattende en meerjarige basis,
Gelet op de verbintenis van de Gemeenschap en Bulgarije ten aanzien van de vrijhandel, en met name ten aanzien van de inachtneming van de rechten en verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene Overeenkomst betreffende Tarieven en Handel,
Gelet op de economische en sociale verschillen tussen de Gemeenschap en Bulgarije en daarbij erkennende dat de doeleinden van deze associatie dienen te worden verwezenlijkt door middel van passende bepalingen in deze Overeenkomst,
Ervan overtuigd zijnde dat deze Overeenkomst een nieuw klimaat zal scheppen voor hun economische betrekkingen, en vooral voor de ontwikkeling van handel en investeringen, instrumenten die onontbeerlijk zijn voor economische herstructurering en technologische modernisering,
Verlangende culturele samenwerking tot stand te brengen en de uitwisseling van informatie te bevorderen,
Erkennende dat het lidmaatschap van de Gemeenschap het einddoel van Bulgarije is en dat deze associatie, naar het oordeel van de Partijen, Bulgarije zal helpen dit doel te verwezenlijken,
Hebben besloten deze Overeenkomst te sluiten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:
het Koninkrijk België:
Robert URBAIN,
Minister van Buitenlandse Handel en Europese Zaken;
het Koninkrijk Denemarken:
Jørgen ØSTRØM MØLLER,
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;
de Bondsrepubliek Duitsland:
Klaus KINKEL,
Bondsminister van Buitenlandse Zaken;
de Helleense Republiek:
Michel PAPACONSTANTINOU,
Minister van Buitenlandse Zaken;
het Koninkrijk Spanje:
Javier SOLANA,
Minister van Buitenlandse Zaken;
de Franse Republiek:
Elisabeth GUIGOU,
Onderminister van Europese Zaken;
Ierland:
Dick SPRING,
Minister van Buitenlandse Zaken;
de Italiaanse Republiek:
Valdo SPINI,
Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken;
het Groothertogdom Luxemburg:
Jacques POOS,
Minister van Buitenlandse Zaken;
het Koninkrijk der Nederlanden:
P.H. KOOIJMANS,
Minister van Buitenlandse Zaken;
de Portugese Republiek:
J.M. DURAO BARROSO,
Minister van Buitenlandse Zaken;
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland:
Douglas HURD,
Minister van Buitenlandse Zaken en van het Gemenebest;
de Europese Economische Gemeenschap, de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal:
Niels HELVEG PETERSEN,
Minister van Buitenlandse Zaken van het Koninkrijk Denemarken, fungerend Voorzitter van de Raad van de Europese Gemeenschappen;
Sir Leon BRITTAN,
Lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;
Hans VAN DEN BROEK,
Lid van de Commissie van de Europese Gemeenschappen;
de Republiek Bulgarije:
Luben BEROV,
Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken;
Die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,
Als volgt zijn overeengekomen
[1] :