De Hoge Overeenkomstsluitende Partijen, Lid-Staten van de Europese Unie,
Gelet op de akte van de Raad van de zesentwintigste juli negentienhonderd vijfennegentig,
Zich bewust van de dringende problemen die zich voordoen ten gevolge van terrorisme, illegale drughandel en andere ernstige vormen van internationale criminaliteit;
Overwegende dat meer solidariteit en samenwerking tussen de Lid-Staten van de Europese Unie vereist is, in het bijzonder door verbetering van de politiële samenwerking tussen de Lid-Staten;
Overwegende dat door vooruitgang op die gebieden de bescherming van de openbare veiligheid en orde nog verbeterd moet kunnen worden;
Overwegende dat het Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992 voorziet in de oprichting van een Europese Politiedienst (Europol);
Gezien het besluit van de Europese Raad van 29 oktober 1993 om Europol in Nederland te vestigen, met Den Haag als zetel;
Herinnerend aan de gemeenschappelijke doelstelling van een betere politiële samenwerking op het gebied van terrorisme, illegale drughandel en andere ernstige vormen van internationale criminaliteit door middel van een voortdurende, vertrouwelijke en intensieve uitwisseling van gegevens tussen Europol en de nationale eenheden van de Lid-Staten;
Ervan uitgaande dat de in deze Overeenkomst vastgelegde vormen van samenwerking geen afbreuk mogen doen aan andere vormen van multilaterale of bilaterale samenwerking;
Ervan overtuigd dat ook op het gebied van de politiële samenwerking scherp moet worden toegezien op het beschermen van de rechten van het individu, in het bijzonder op de bescherming van zijn persoonsgegevens;
Overwegende dat de werkzaamheden van Europol op grond van deze Overeenkomst geen afbreuk doen aan de bevoegdheden van de Europese Gemeenschappen, en overwegende dat Europol en de Europese Gemeenschappen er in het kader van de Europese Unie wederzijds belang bij hebben te komen tot samenwerkingsvormen die aan beide de mogelijkheid bieden hun respectieve taken zo efficiënt mogelijk uit te voeren,
Hebben overeenstemming bereikt omtrent de volgende bepalingen:
1.
Door elke Lid-Staat wordt een nationale eenheid opgericht of aangewezen, die belast is met de in dit artikel opgesomde taken.
2.
De nationale eenheid vormt het enige contact tussen Europol en de bevoegde nationale autoriteiten. De lidstaten kunnen evenwel rechtstreeks contact tussen hun aangewezen bevoegde autoriteiten en Europol toestaan, zulks onder de door de betrokken lidstaat bepaalde voorwaarden, daaronder begrepen voorafgaande betrokkenheid van de nationale eenheid.
Tegelijkertijd ontvangt de nationale eenheid van Europol alle informatie die tijdens het rechtstreeks contact tussen Europol en de aangewezen bevoegde autoriteiten wordt uitgewisseld. De betrekkingen tussen de nationale eenheid en de bevoegde autoriteiten worden beheerst door het nationale recht, met name de grondwettelijke bepalingen.
3.
De Lid-Staten treffen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat hun nationale eenheid haar taken kan uitvoeren en in het bijzonder om de toegang van deze eenheid tot de betrokken nationale gegevens te verzekeren.
4.
De nationale eenheid heeft de volgende taken:
1) Europol uit eigen beweging te voorzien van informatie en inlichtingen die Europol nodig heeft voor zijn taakvervulling;
2) in te gaan op verzoeken van Europol om informatie, inlichtingen en adviezen;
3) informatie en inlichtingen te actualiseren ;
4) informatie en inlichtingen overeenkomstig het nationale recht ten behoeve van de bevoegde autoriteiten te evalueren en onder deze autoriteiten te verspreiden;
5) verzoeken om adviezen, informatie, inlichtingen en analyses aan Europol voor te leggen;
6) informatie voor invoering in de geautomatiseerde bestanden aan Europol te verstrekken;
7) zorg te dragen voor de rechtmatigheid van elke uitwisseling van informatie met Europol.
5.
Onverminderd de uitoefening van de verantwoordelijkheden van de lidstaten met betrekking tot de handhaving van de openbare orde en de interne veiligheid is een nationale eenheid in afzonderlijke gevallen niet verplicht de in lid 4, punten 1, 2 en 6, alsmede de in de artikelen 8 en 10 bedoelde informatie en inlichtingen te verstrekken indien:
1) wezenlijke nationale veiligheidsbelangen daardoor worden geschaad, of
2) het welslagen van lopende opsporingsonderzoeken of de veiligheid van een persoon daardoor in gevaar wordt gebracht, of
3) het informatie betreft die afkomstig is van specifieke inlichtingendiensten of -activiteiten op het gebied van de Staatsveiligheid.
6.
De kosten die de nationale eenheid maakt voor communicatie met Europol zijn nationale kosten en worden, met uitzondering van de verbindingskosten, niet aan Europol doorberekend.
7.
De hoofden van de nationale eenheden komen regelmatig bijeen om Europol uit eigen beweging of op verzoek van advies te dienen.
Inhoudsopgave
Overeenkomst op grond van Artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie tot oprichting van een Europese Politiedienst (Europol-Overeenkomst)
- Titel I. Oprichting en taakomschrijving
+ Titel II. Informatiesysteem
+ Titel III. Werkbestanden voor analyse
+ Titel IV. Gemeenschappelijke voorwaarden voor informatieverwerking
+ Titel V. RECHTSPOSITIE, ORGANISATIE EN FINANCIËLE BEPALINGEN
+ Titel VI. AANSPRAKELIJKHEID EN RECHTSBESCHERMING
+ Titel VII. SLOTBEPALINGEN
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht