1.
De minimum-bemanning voor schepen voor dagtochten bestaat uit:
2.
De minimum-bemanning voor stoomschepen voor dagtochten bestaat uit:
3.
De minimum-bemanning voor hotelschepen bestaat uit:
4.
Voor passagiersschepen, bedoeld in het eerste en het derde lid, die zonder passagiers aan boord varen, geldt de minimum-bemanning volgens
artikel 23.10.
5.
De in het eerste en tweede lid voorgeschreven matrozen mogen door lichtmatrozen worden vervangen, die een minimum-leeftijd van 17 jaar hebben bereikt, zich ten minste in het derde leerjaar bevinden en een jaar vaartijd in de binnenvaart kunnen aantonen.
6.
De in het eerste lid voorgeschreven minimum-bemanning (schepen voor dagtochten)
a)
in de groep 2, exploitatiewijze A1, Standaard S2, en
b)
in de groepen 3 en 5, exploitatiewijze A1, Standaard S1,
kan voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden in een kalenderjaar met een lichtmatroos, die een schippersschool bezoekt, worden verminderd. Opeenvolgende periodes met een verminderde bemanning moeten met een periode van minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de lichtmatroos, bedoeld in het vijfde lid.
7.
De in het tweede lid voorgeschreven minimum-bemanning (stoomschepen voor dagtochten) in de groep 2, exploitatiewijze A1, standaard S1, kan voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden in een kalenderjaar met een lichtmatroos, die een schippersschool bezoekt, worden verminderd. Opeenvolgende periodes met een verminderde bemanning moeten met een periode van minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de lichtmatroos, bedoeld in het vijfde lid.
8.
De in het eerste lid voorgeschreven minimum-bemanning (hotelschepen) in de groep 3, exploitatiewijze A1, standaard S1, kan voor de ononderbroken duur van ten hoogste drie maanden in een kalenderjaar met een lichtmatroos, die een schippersschool bezoekt, worden verminderd. Opeenvolgende periodes met een verminderde bemanning moeten met een periode van minimaal één maand worden onderbroken. Het bezoek aan de schippersschool moet worden aangetoond met een verklaring van de schippersschool, die zich aan boord moet bevinden en waarin de tijden van het schoolbezoek zijn aangegeven.