1.
De SVB kan op verzoek wegens gemoedsbezwaren tegen één of meer volksverzekeringen of alle werknemersverzekeringen ontheffen van de verplichtingen opgelegd op grond van de desbetreffende wetten en deze wet:
a.
de persoon, die deze gemoedsbezwaren heeft;
b.
de rechtspersoon, waarbij natuurlijke personen zijn betrokken die deze gemoedsbezwaren hebben.
2.
De SVB doet de inspecteur mededeling omtrent de ontheffing of intrekking van de ontheffing.
1.
Indien een ontheffing is verleend in het kader van één of meer volksverzekeringen, wordt voor geen van de volksverzekeringen premie geheven, doch vindt voor al die verzekeringen heffing van premievervangende inkomstenbelasting of premievervangende loonbelasting plaats overeenkomstig
artikel 58 tot het bedrag van de verschuldigde premie als bedoeld in
artikel 9.
2.
Indien een werkgever ontheffing is verleend in het kader van de werknemersverzekeringen wordt premievervangende loonbelasting geheven overeenkomstig
artikel 59 tot het bedrag aan premies dat hij met toepassing van
hoofdstuk 3 zou hebben afgedragen, indien hem geen ontheffing zou zijn verleend.
3.
Voor de toepassing van deze wet, de
Wet inkomstenbelasting 2001 , de
Wet op de loonbelasting 1964 en de
Invorderingswet 1990 wordt de premievervangende belasting beschouwd als premie voor de volksverzekeringen dan wel voor de werknemersverzekeringen.
Artikel 67. Nadere regels
Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, worden regels gesteld ten aanzien van:
a.
de voorwaarden, waaronder een ontheffing wordt verleend;
b.
de verdere gevolgen die aan een ontheffing worden verbonden;
c.
de gevallen, waarin een ontheffing wordt ingetrokken en de gevolgen die aan die intrekking worden verbonden.