1.
Het Zorginstituut, het UWV en de SVB beheren en administreren elk fonds, met uitzondering van het Uitvoeringsfonds voor de overheid en de sectorfondsen, afzonderlijk.
2.
Het UWV beheert het Uitvoeringsfonds voor de overheid en de sectorfondsen gezamenlijk en administreert het Uitvoeringsfonds voor de overheid en elk sectorfonds afzonderlijk.
3.
Indien met betrekking tot een fonds de lasten de baten blijken te overtreffen, wordt het tekort niet gedekt uit een ander fonds.
4.
Het Zorginstituut, het UWV en de SVB houden, elk afzonderlijk, de financiële middelen die deel uitmaken van hun fondsen aan in een of meer rekeningen-courant bij Onze Minister van Financiën.
5.
In afwijking van het vierde lid kunnen het Zorginstituut, het UWV en de SVB een deel van de in het vierde lid bedoelde financiële middelen buiten de in het vierde lid bedoelde rekeningen-courant houden.
6.
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, na overleg met het Zorginstituut, de SVB en het UWV, regels gesteld betreffende de omvang van het in het vijfde lid bedoelde deel van de financiële middelen.
7.
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, nadere regels worden gesteld omtrent het vierde lid.
1.
Het Zorginstituut, het UWV en de SVB kunnen, voor de uitvoering van hun wettelijke taken, beschikken over de financiële middelen die zij in rekening-courant bij Onze Minister van Financiën aanhouden.
2.
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport worden, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën en na overleg met het Zorginstituut, het UWV en de SVB, regels gesteld omtrent de rente die over de saldi van de in artikel 119, vierde lid, bedoelde rekeningen-courant wordt vergoed onderscheidenlijk in rekening wordt gebracht.
3.
Onze Minister van Financiën brengt voor het beheer van de in artikel 119, vierde lid, bedoelde rekeningen-courant geen kosten in rekening.
4.
Bij een tekort aan financiële middelen maken het Zorginstituut, het UWV en de SVB uitsluitend gebruik van de kredietfaciliteiten die door Onze Minister van Financiën worden verleend of lenen het UWV en de SVB uit een door hen beheerd fonds.
5.
Onze Minister van Financiën informeert dagelijks het Zorginstituut, het UWV en de SVB ten aanzien van de in artikel 119, vierde lid, bedoelde rekeningen-courant, in elk geval met betrekking tot:
a. de slotstanden per dag;
b. alle dagelijks geboekte mutaties of transacties in de desbetreffende rekening-courant.
6.
Het Zorginstituut, het UWV en de SVB informeren Onze Minister van Financiën ten aanzien van de in artikel 119, vierde lid, bedoelde rekeningen-courant, in elk geval met betrekking tot de prognoses van de saldi van de desbetreffende rekening-courant.
7.
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën en na overleg met het Zorginstituut, het UWV en de SVB, nadere regels worden gesteld omtrent het vierde, vijfde en zesde lid.
8.
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de door het College zorgverzekeringen, het UWV en de SVB beheerde fondsen betreffende de onderscheiding van het vermogen van het fonds in verschillende bestanddelen en de normen tot vaststelling van de omvang van deze bestanddelen.
1.
Jaarlijks vóór bij regeling van Onze Minister vast te stellen tijdstippen zenden het UWV en de SVB aan Onze Minister met betrekking tot elk fonds afzonderlijk:
a. een rapportage van de ontwikkelingen die zich tot op dat moment hebben voorgedaan met betrekking tot de financiële middelen en de gerealiseerde uitgaven;
b. een begroting van de te verwachten uitgaven uit elk afzonderlijk fonds in het eerstvolgend kalenderjaar.
2.
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld omtrent de aard en inrichting van de in het eerste lid bedoelde rapportage en de begroting van uitgaven.
Artikel 121a. Financieringsregeling rijksbijdragen
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de aan het UWV en de SVB toegekende rijksbijdragen worden afgedragen en vastgesteld.
Artikel 122. Afdracht gelden door het Rijk
Bij regeling van Onze Minister en Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën, en na overleg met het Zorginstituut, regels worden gesteld over de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de afdracht van gelden plaatsvindt aan de fondsen die geheel of gedeeltelijk door het Rijk worden gefinancierd.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. De financiering van de volksverzekeringen
+ Hoofdstuk 3. De financiering van de werknemersverzekeringen en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
+ Hoofdstuk 4. De heffing en invordering van premies
+ Hoofdstuk 5. Gemoedsbezwaarden
+ Hoofdstuk 6. De financiering van de vrijwillige sociale verzekeringen
- Hoofdstuk 7. De fondsen
+ Hoofdstuk 7a. Overgangsbepalingen
+ Hoofdstuk 8. Slot- en strafbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht