Let op. U leest nu de tekst zoals die zal gelden vanaf 1 januari 2047.

U kunt hier de huidige tekst lezen

Wet inkomstenbelasting 2001

Uitgebreide informatie
1.
Indien de gezamenlijke belanghebbenden daarvoor kiezen, wordt artikel 4.17 niet toegepast.
2.
De keuze wordt gemaakt bij de aangifte of aangiften waarin het aldus ontstane vervreemdingsvoordeel is begrepen.
1.
Indien bij de overgang krachtens huwelijksvermogenrecht door toepassing van artikel 4.17 geen sprake is van een vervreemding, geldt als verkrijgingsprijs de verkrijgingsprijs die gold voor degene van wiens zijde de aandelen of winstbewijzen in de huwelijksgemeenschap zijn gevallen.
2.
Indien in het kader van de verdeling van een huwelijksgemeenschap artikel 4.17 is toegepast en bij het ontstaan van deze huwelijksgemeenschap ter zake van de daartoe behorende aandelen of winstbewijzen dat artikel niet is toegepast, geldt als verkrijgingsprijs van de verkregen aandelen of winstbewijzen de verkrijgingsprijs die gold voor degene van wie in het kader van de verdeling is verkregen.
3.
De in het eerste en het tweede lid bedoelde verkrijgingsprijs wordt evenredig over de verkrijgers verdeeld voor zover in het kader van de verdeling van de huwelijksgemeenschap een gerechtigdheid als bedoeld in artikel 4.3 wordt gevestigd.
1.
Indien in het kader van een overgang krachtens erfrecht artikel 4.17a toepassing vindt, geldt bij de erfgenamen als verkrijgingsprijs voor het deel van de overgang dat ingevolge artikel 4.17a niet als vervreemding wordt aangemerkt, de verkrijgingsprijs die gold voor de erflater, verminderd met het deel daarvan dat ingevolge artikel 4.19, tweede lid, bij hem in aanmerking is genomen voor de bepaling van het vervreemdingsvoordeel.
2.
De in het eerste lid bedoelde verkrijgingsprijs wordt evenredig over de verkrijgers verdeeld voor zover bij de overgang een gerechtigdheid als bedoeld in artikel 4.3 wordt gevestigd.
1.
Indien in het kader van de verdeling van een nalatenschap artikel 4.17b, eerste lid, is toegepast, geldt als verkrijgingsprijs de verkrijgingsprijs die gold voor degene van wie in het kader van de verdeling wordt verkregen.
2.
Indien artikel 4.17b, tweede lid, is toegepast, geldt bij de erfgenaam aan wie is toegescheiden als verkrijgingsprijs voor het deel van de overgang dat ingevolge artikel 4.17a niet als vervreemding wordt aangemerkt, de verkrijgingsprijs die gold voor de erflater, verminderd met het deel daarvan dat ingevolge artikel 4.19, tweede lid, bij hem in aanmerking is genomen voor de bepaling van het vervreemdingsvoordeel.
3.
De in het eerste lid of tweede lid bedoelde verkrijgingsprijs wordt evenredig over de verkrijgers verdeeld voor zover bij de verdeling een gerechtigdheid als bedoeld in artikel 4.3 wordt gevestigd.
1.
Indien artikel 4.17c, eerste lid, toepassing vindt, geldt als verkrijgingsprijs voor het deel van de overdracht dat ingevolge artikel 4.17c niet als vervreemding wordt aangemerkt, de verkrijgingsprijs die gold voor de vervreemder met betrekking tot overgedragen aandelen, verminderd met het deel daarvan dat ingevolge artikel 4.19, tweede lid, bij hem in aanmerking is genomen voor de bepaling van het vervreemdingsvoordeel.
2.
De in het eerste lid bedoelde verkrijgingsprijs wordt evenredig over de verkrijgers verdeeld voor zover bij de vervreemding een gerechtigdheid als bedoeld in artikel 4.3 wordt gevestigd.
Artikel 4.40. Doorschuiving op verzoek (mogelijk ontstaan fictief aanmerkelijk belang)
Op verzoek van de belastingplichtige vindt artikel 4.16, eerste lid, onderdeel g, geen toepassing met betrekking tot aandelen of winstbewijzen die tot zijn vermogen blijven behoren.
1.
Op verzoek van de belastingplichtige wordt het voordeel uit de vervreemding van aandelen of winstbewijzen in het kader van een aandelenfusie als bedoeld in artikel 3.55 niet in aanmerking genomen. Artikel 3.55, zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
2.
Op verzoek van de belastingplichtige wordt het voordeel, bedoeld in artikel 4.16, eerste lid, onderdeel d, niet in aanmerking genomen in het geval van een splitsing van een rechtspersoon mits de splitsende en de verkrijgende rechtspersoon in Nederland zijn gevestigd, of in de zin van artikel 3.55, vijfde lid in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd. Artikel 3.56, vierde, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Op verzoek van belastingplichtige wordt het voordeel, bedoeld in artikel 4.16, eerste lid, onderdeel d, niet in aanmerking genomen in het geval van een juridische fusie, mits de verdwijnende en de verkrijgende rechtspersoon in Nederland zijn gevestigd, of in de zin van artikel 3.55, vijfde lid in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd. Artikel 3.57, vierde, zesde en zevende lid is van overeenkomstige toepassing.
4.
De in de vorige leden bedoelde mogelijkheid het voordeel niet in aanmerking te nemen, geldt niet voor een in het kader van de aandelenfusie, splitsing of juridische fusie genoten bijbetaling.
1.
Indien door toepassing van artikel 4.41 het voordeel in het kader van een aandelenfusie buiten aanmerking blijft, wordt als verkrijgingsprijs van de verworven aandelen of winstbewijzen aangemerkt de verkrijgingsprijs van de in het kader van de aandelenfusie vervreemde aandelen of winstbewijzen.
2.
Indien door toepassing van artikel 4.41 het voordeel in het kader van een splitsing buiten aanmerking blijft, wordt de verkrijgingsprijs van de aandelen of winstbewijzen in de splitsende rechtspersoon voor een evenredig gedeelte toegerekend aan de aandelen of winstbewijzen die de belastingplichtige direct na de splitsing heeft in de verkrijgende rechtspersonen. Artikel 3.56, vijfde lid, onderdeel a, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Indien door toepassing van artikel 4.41 het voordeel in het kader van een juridische fusie buiten aanmerking blijft, wordt de verkrijgingsprijs van de aandelen of winstbewijzen in de verdwijnende rechtspersoon aangemerkt als de verkrijgingsprijs van de aandelen of winstbewijzen die de belastingplichtige direct na de fusie heeft in de verkrijgende rechtspersoon.
1.
Op verzoek van de belastingplichtige worden de voordelen in verband met de vervreemding in het kader van de ontbinding van een vennootschap met toepassing van artikel 14c, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, niet in aanmerking genomen.
2.
Onze Minister kan aan de toepassing van het eerste lid voorwaarden verbinden. Deze voorwaarden mogen slechts strekken tot verzekering van de heffing en invordering van inkomstenbelasting.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Raamwerk
+ Hoofdstuk 3. Heffingsgrondslag bij werk en woning
- Hoofdstuk 4. Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang
+ Hoofdstuk 5. Heffingsgrondslag bij sparen en beleggen
+ Hoofdstuk 6. Persoonsgebonden aftrek
+ Hoofdstuk 7. Belastingheffing van buitenlandse belastingplichtigen
+ Hoofdstuk 8. Heffingskorting
+ Hoofdstuk 9. Wijze van heffing
+ Hoofdstuk 10. Aanvullende regelingen
+ Hoofdstuk 10bis
+ Hoofdstuk 10A. Overig overgangsrecht ten gevolge van wijzigingswetten
+ Hoofdstuk 10b. Horizonbepaling
+ Hoofdstuk 11. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht