1.
Onze Minister kan bij ministeriële regeling nadere regels stellen over:
a. hetgeen tot de bezoldiging wordt gerekend;
b. de toerekening van onderdelen van de bezoldiging aan enig kalenderjaar;
c. hetgeen tot de uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband wordt gerekend;
d. de controle van het financieel verslaggevingsdocument door de accountant op de naleving van deze wet en de daarop berustende bepalingen.
2.
Onverminderd de artikelen 2.11 en 3.8, kunnen bij algemene maatregel van bestuur inkomensbestanddelen worden aangewezen die geen onderdeel van de bezoldiging vormen, indien sprake is van incidentele inkomensbestanddelen die voortvloeien uit reguliere arbeidsvoorwaarden en die redelijkerwijs niet als bezoldiging aangemerkt behoren te worden.
Inhoudsopgave
- § 1. Algemene bepalingen
+ § 2. Bezoldigingsmaximum
+ § 3. Sectorale bezoldigingsnorm
+ § 4. Openbaarmaking
+ § 5. Handhaving
+ § 6. Het adviescollege normeringbeleid bezoldigingen topfunctionarissen
+ § 7. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht