1.
Het is verboden in Nederland een recht van deelneming in een icbe aan te bieden:
a.
zonder dat de beheerder van de icbe een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning voor het beheren van icbe’s heeft; of
b.
indien het een maatschappij voor collectieve belegging in effecten betreft die geen aparte beheerder van een icbe heeft, zonder dat de maatschappij een door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning heeft.
2.
Onverminderd het eerste lid, aanhef en onderdeel a, is het verboden in Nederland een recht van deelneming in een maatschappij voor collectieve belegging in effecten aan te bieden zonder dat de beheerder ten behoeve van die maatschappij een door de Autoriteit Financiële Markten daartoe verleende vergunning heeft.
3.
Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op het aanbieden van rechten van deelneming in een icbe met zetel in een andere lidstaat indien is voldaan aan artikel 93 van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten en de beheerder of icbe met zetel in een andere lidstaat een mededeling van de toezichthoudende instantie van de desbetreffende lidstaat heeft ontvangen als bedoeld in artikel 93, derde lid, van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten.
1.
Een beheerder van een icbe met een vergunning als bedoeld in
artikel 2:69b verricht naast het beheer van icbe’s geen andere activiteiten dan het beheer van beleggingsinstellingen waarvoor aan hem een vergunning als bedoeld in
artikel 2:65 is verleend. Een maatschappij voor collectieve belegging in effecten die geen aparte beheerder heeft, verricht geen andere bedrijfsmatige activiteiten dan het beheer van de icbe.
2.
In afwijking van het eerste lid kan de Autoriteit Financiële Markten een beheerder van een icbe met een vergunning als bedoeld in
artikel 2:69b, aanhef en onderdeel a, toestaan om de volgende activiteiten te verrichten of diensten te verlenen:
a.
het beheren van een individueel vermogen;
b.
het in de uitoefening van beroep of bedrijf adviseren over financiële instrumenten; en
c.
bewaring en administratie van rechten van deelneming in beleggingsinstellingen en icbe’s.
3.
Het is een beheerder van een icbe niet toegestaan om:
a.
alleen de activiteiten te verrichten of diensten te verlenen, bedoeld in het tweede lid; of
b.
naast de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, uitsluitend de activiteiten te verrichten of diensten te verlenen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b of c.
1.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in
artikel 2:69b, eerste lid, aanhef en onderdeel a, indien de aanvrager aantoont dat met betrekking tot de beheerder van de icbe en, indien van toepassing, de bewaarders van icbe’s die zijn verbonden aan de icbe’s die de beheerder voornemens is te beheren zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
b.
artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
f.
artikel 4:39 met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en
artikel 4:40 met betrekking tot de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
g.
artikel 4:42 met betrekking tot de rechtsvorm van de beheerder van de icbe;
h.
artikel 4:43 met betrekking tot de tussen de beheerder en de bewaarders te sluiten overeenkomsten;
i.
artikel 4:44, eerste lid, met betrekking tot het houden van de juridische eigendom van de activa van een fonds voor collectieve belegging in effecten door een entiteit die uitsluitend ten behoeve van het desbetreffende fonds houdt;
j.
artikel 4:48 met betrekking tot het in dat artikel bedoelde registratiedocument;
k.
artikel 4:56 met betrekking tot het bewaren van de activa door bewaarders;
2.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in
artikel 2:69b, eerste lid, aanhef en onderdeel b, indien de aanvrager aantoont dat met betrekking tot de maatschappij voor collectieve belegging in effecten en, indien van toepassing, de daaraan verbonden bewaarder zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
b.
artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
f.
artikel 4:39 met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en
artikel 4:40 met betrekking tot de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
g.
artikel 4:42 met betrekking tot de rechtsvorm van de beheerder van de icbe;
h.
artikel 4:43 met betrekking tot de tussen de maatschappij voor collectieve belegging in effecten en de bewaarder te sluiten overeenkomst;
i.
artikel 4:48 met betrekking tot het in dat artikel bedoelde registratiedocument;
j.
artikel 4:56 met betrekking tot het bewaren van de activa door een bewaarder;
m.
artikel 4:60, tweede lid, met betrekking tot het zonder beperkingen in Nederland aanbieden van de rechten van deelneming en de inkoop of terugbetaling daarvan op verzoek van een deelnemer;
3.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in
artikel 2:69b, tweede lid, indien de aanvrager aantoont dat met betrekking tot de maatschappij voor collectieve belegging in effecten en, indien van toepassing, de daaraan verbonden bewaarder zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
b.
artikel 4:40 met betrekking tot de plaats van waaruit de personen die het dagelijks beleid van de beleggingsmaatschappij bepalen hun werkzaamheden verrichten;
c.
artikel 4:42 met betrekking tot de rechtsvorm van de beheerder van de icbe;
d.
artikel 4:56 met betrekking tot het bewaren van de activa door de bewaarder;
g.
artikel 4:60, tweede lid, met betrekking tot het zonder beperkingen in Nederland aanbieden van de rechten van deelneming en de inkoop of terugbetaling daarvan op verzoek van een deelnemer; en
4.
De aanvraag van de vergunning, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
5.
Ingeval een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in
artikel 3:95 wordt gehouden in de beheerder van een icbe verleent de Autoriteit Financiële Markten, onverminderd het eerste, tweede en derde lid, een vergunning indien de houder van de gekwalificeerde deelneming in de beheerder voldoet aan artikel 3:95, tweede lid, en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat voldaan is aan het bepaalde ingevolge de
artikelen 3:99 tot en met 3:101 met betrekking tot de verklaring van geen bezwaar.