1.
Aan het Internationaal Instituut voor Sociale Studiën te ’s-Gravenhage kan het doctoraat worden verkregen op grond van de promotie. Tot de promotie heeft toegang ieder die met goed gevolg het afsluitend examen verbonden aan een opleiding in het derde lid, heeft afgelegd, dan wel aan wie op grond van artikel 7.10a, eerste, tweede of derde lid, de graad Master is verleend, onverminderd het tweede lid.
2.
De artikelen 1.12, vijfde lid, 1.18, eerste lid, eerste en tweede volzin, en tweede lid, 7.18, tweede lid, aanhef en onder b en c, derde, vierde en vijfde lid, 7.19 en 7.22 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat van het college voor promoties een of meer hoogleraren van een in de bijlage van deze wet onder a of b opgenomen universiteit deel uitmaken.
3.
Onze minister besluit op grond van welke opleidingen, verzorgd door het Internationaal Instituut voor Sociale Studiën, toegang tot de promotie kan worden verkregen. Het besluit wordt niet genomen dan nadat ten genoegen van Onze minister door het instellingsbestuur het bewijs is geleverd van voldoende kwaliteit van de desbetreffende onderwijsactiviteiten alsmede het bewijs dat wordt voldaan aan het tweede lid.
4.
Onze minister kan een besluit als bedoeld in het derde lid intrekken, indien gebleken is dat de kwaliteit van de desbetreffende onderwijsactiviteiten gedurende een reeks van jaren onvoldoende is geweest dan wel niet of niet meer voldaan wordt aan het tweede lid.
5.
Indien Onze minister voornemens is toepassing te geven aan het vierde lid, geeft hij een waarschuwing aan het instellingsbestuur, onder bepaling van een termijn waarbinnen aan die waarschuwing gevolg moet zijn gegeven en desgewenst overleg met hem dienaangaande kan plaatsvinden. De termijn waarbinnen aan de waarschuwing gevolg moet zijn gegeven, bedraagt ten minste drie maanden. Bij zijn besluit tot intrekking bepaalt Onze minister het tijdstip waarop de intrekking van kracht wordt, zodanig dat degenen die de voorbereiding van de promotie reeds ter hand hebben genomen, binnen redelijke termijn het doctoraat kunnen verkrijgen.
6.
De werking van het besluit van Onze minister, bedoeld in het vierde lid, wordt opgeschort, totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.
Inhoudsopgave
- Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Planning en bekostiging
+ Hoofdstuk 3. Overleg
+ Hoofdstuk 4. Het personeel
+ Hoofdstuk 5
+ Hoofdstuk 5a. Accreditatie in het hoger onderwijs
+ Hoofdstuk 6. Onderwijsaanbod
+ Hoofdstuk 7. Onderwijs
+ Hoofdstuk 7a. Taken in het kader van de zij-instroom in het beroep van leraar en docent
+ Hoofdstuk 8. Samenwerking bekostigde instellingen voor hoger onderwijs
+ Hoofdstuk 9. Het bestuur en de inrichting van de universiteiten
+ Hoofdstuk 10. Het bestuur en de inrichting van de hogescholen
+ Hoofdstuk 11. Het bestuur en de inrichting van de Open Universiteit
+ Hoofdstuk 12. Het bestuur en de inrichting van de academische ziekenhuizen
+ Hoofdstuk 13. Het bestuur en de inrichting van de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek
+ Hoofdstuk 14. Beroep bij de bestuursrechter
+ Hoofdstuk 15. Inhouding bekostiging, schadevergoeding en strafbepalingen
- Hoofdstuk 16. Overgangsvoorzieningen onder meer in verband met de invoering van de wet en voorschriften in verband met fusie, omzetting, splitsing, verplaatsing en bestuursoverdracht
+ Hoofdstuk 17. Overgangs- en invoeringsbepalingen wijzigingswetten tot 2002
+ Hoofdstuk 18. Overgangs- en invoeringsbepalingen wijzigingswetten vanaf 2002
+ Hoofdstuk 19. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht