1.
De concessieverlener kan aan een concessie voorschriften verbinden.
2.
Aan een concessie worden in ieder geval voorschriften verbonden ten aanzien van:
a. de onderwerpen waarover en de consumentenorganisaties waaraan de concessiehouder advies vraagt als bedoeld in artikel 31;
b. de onderwerpen waarover en de wijze waarop de concessiehouder de consumentenorganisaties, bedoeld in onderdeel a, informeert;
c. het verstrekken van informatie aan de concessieverlener ten behoeve van de controle op de uitvoering van de concessie;
d. de tarieven, de modellen van vervoerbewijzen en de vervoersvoorwaarden waartegen het openbaar vervoer moet worden verricht, alsmede de wijziging en openbaarmaking daarvan;
e. het opstellen van een financiële verantwoording van het uitvoeren van de concessie, welke verantwoording gescheiden is van die voor andere activiteiten;
f. de wijziging, de openbaarmaking, de datum van ingang en de geldigheidsduur van de dienstregeling;
g. de eisen aan de toegankelijkheid van het openbaar vervoer ten behoeve van reizigers met een handicap;
h. het waarborgen van een verantwoorde mate van veiligheid ten behoeve van zowel de reizigers als het personeel binnen het openbaar vervoer;
i. punctualiteit;
j. een procentuele beschikbaarheidsgarantie van zitplaatsen;
k. het zowel op stations als in de trein aan reizigers geboden serviceniveau.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het minimale niveau van toegankelijkheid van het openbaar vervoer dat concessieverleners middels voorschriften dienen veilig te stellen bij concessieverlening. Deze regels bevatten in ieder geval eisen aan de toegankelijkheid van het openbaar vervoer ten behoeve van reizigers met een handicap en eisen aan de toegankelijkheid van het openbaar vervoer ten behoeve van reizigers met een fiets.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de aan een concessie te verbinden voorschriften.
5.
Aan een concessie kan het voorschrift worden verbonden dat de concessiehouder, indien hij tekortschiet in het verrichten van bepaalde prestaties, gehouden is een geldsom te voldoen aan de concessieverlener.
6.
Indien toepassing is gegeven aan het vijfde lid is de concessieverlener niet bevoegd ten aanzien van het verrichten van de desbetreffende prestaties aan de concessiehouder een last onder dwangsom op te leggen. Artikel 5:32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
- Hoofdstuk II. Concessies voor openbaar vervoer
+ Hoofdstuk III. Bepalingen inzake de aanbesteding en verlening van concessies
+ Hoofdstuk IV. Bepalingen voor gebruikers van voorzieningen van het openbaar vervoer
+ Hoofdstuk V. Taxivervoer
+ Hoofdstuk VI. Internationaal vervoer
+ Hoofdstuk VII. Handhaving
+ Hoofdstuk VIII. Overige bepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht