1.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt met het verrichten van taxivervoer gelijkgesteld het aanbieden van dat vervoer, tenzij dit aanbieden geschiedt door tussenpersonen die bemiddelen in dat vervoer bij wijze van dienstverlening of in de uitoefening van hun beroep of bedrijf.
2.
Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt onder «de vervoerder die taxivervoer verricht» verstaan: degene die taxivervoer verricht, niet in de hoedanigheid van bestuurder van een auto.
1.
Het is verboden taxivervoer te verrichten zonder een daartoe door Onze Minister verleende vergunning.
2.
Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt verleend voor onbepaalde tijd.
3.
De vervoerder die taxivervoer verricht, alsmede de bestuurder van een auto waarmee taxivervoer wordt verricht, draagt er zorg voor dat in de auto waarmee dat vervoer wordt verricht het vergunningbewijs zichtbaar voor de reiziger aanwezig is.
4.
Een in het eerste lid bedoelde vergunning wordt, behoudens in bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gevallen, slechts verleend aan een vervoerder die voldoet aan eisen van betrouwbaarheid en vakbekwaamheid.
5.
Onze Minister kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het derde lid en van de in het vierde lid bedoelde eis van vakbekwaamheid.
6.
Een vrijstelling of ontheffing als bedoeld in het vijfde lid kan onder beperkingen worden verleend en er kunnen voorschriften aan worden verbonden.
1.
Een vergunning kan worden geweigerd, gewijzigd, geschorst of ingetrokken. Een vergunning wordt geschorst voor bepaalde tijd.
2.
Een vergunning wordt steeds geweigerd indien binnen een periode van twee jaar direct voorafgaande aan de datum van indiening van een aanvraag voor een vergunning een eerder aan de aanvrager verleende vergunning is ingetrokken op grond van artikel 99, eerste lid, onderdeel a of onderdeel b, voor zover het betreft de eis van betrouwbaarheid.
3.
De vergunning kan worden geweigerd in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
4.
Voordat toepassing wordt gegeven aan het derde lid, kan het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, bedoeld in artikel 8 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, om een advies als bedoeld in artikel 9 van die wet worden gevraagd.
5.
Een vergunning kan onder beperkingen worden verleend. Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.
6.
De beperkingen waaronder een vergunning wordt verleend en de aan een vergunning verbonden voorschriften kunnen ambtshalve of op aanvraag worden gewijzigd, geschorst of ingetrokken.
1.
Een vergunning vervalt van rechtswege:
a. zes maanden na het overlijden of het intreden van wettelijke onbekwaamheid van degene aan wie de vergunning is verleend;
b. zodra de rechtspersoon waaraan de vergunning is verleend, heeft opgehouden te bestaan;
c. zodra de overeenkomst van de vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid of de maatschap waaraan de vergunning is verleend, is ontbonden, of
d. zodra degene aan wie de vergunning is verleend, zijn activiteiten als vervoerder heeft beëindigd.
2.
Belanghebbenden kunnen binnen zes maanden na het overlijden of na het intreden van de wettelijke onbekwaamheid bij Onze Minister een aanvraag indienen om de vergunning te stellen op naam van de erfgenaam of, indien er meer erfgenamen zijn, op naam van de gezamenlijke erven, dan wel op naam van één of meer door de belanghebbenden aangewezen vertegenwoordigers.
3.
Onze Minister beslist binnen drie maanden op de aanvraag, bedoeld in het tweede lid. Indien Onze Minister de aanvraag inwilligt, geschiedt dat voor een periode van ten hoogste één jaar na het verstrijken van de in het eerste lid, onderdeel a, bedoelde periode.
4.
De in het derde lid bedoelde periode van één jaar kan door Onze Minister eenmaal met ten hoogste een half jaar worden verlengd.
5.
Het eerste lid vindt geen toepassing zolang Onze Minister nog niet onherroepelijk op de in het tweede lid bedoelde aanvraag heeft beslist.
Artikel 76c
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de verlening, weigering, wijziging, schorsing of intrekking van een vergunning en de aan een vergunning verbonden voorschriften en beperkingen. Deze regels bevatten in ieder geval bepalingen over:
a. de wijze waarop een aanvraag om verlening, wijziging of intrekking van een vergunning wordt ingediend;
b. de termijn waarbinnen op een aanvraag wordt beslist;
c. de afgifte, geldigheid en het gebruik van vergunningbewijzen voor auto's, en
d. de vergoeding die de aanvrager is verschuldigd voor de behandeling van een aanvraag als bedoeld in onderdeel a en voor de afgifte van vergunningbewijzen.
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over:
a. de eisen van betrouwbaarheid en vakbekwaamheid;
b. de vergoeding die is verschuldigd voor de behandeling van de aanvraag om verlening van een ontheffing alsmede voor afgifte van verklaringen van Onze Minister betreffende het voldoen aan eisen van vakbekwaamheid.
2.
Voor zover dit noodzakelijk is om vast te stellen of wordt voldaan aan de eisen van betrouwbaarheid en vakbekwaamheid, kan Onze Minister gegevens omtrent gedrag en strafvorderlijke en justitiële gegevens verwerken.
1.
Het is de houder van een vergunning verboden te handelen in strijd met een vergunning, de beperkingen waaronder een vergunning is verleend, de aan een vergunning verbonden voorschriften en met de in artikel 76, zesde lid, bedoelde beperkingen en voorschriften.
2.
Het is de houder van een vergunning verboden een vergunningbewijs al dan niet tegen betaling ter beschikking te stellen van een derde ten behoeve van het verrichten van taxivervoer.
3.
Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op degene aan wie door de houder van een vergunning een vergunningbewijs ter beschikking is gesteld.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk II. Concessies voor openbaar vervoer
+ Hoofdstuk III. Bepalingen inzake de aanbesteding en verlening van concessies
+ Hoofdstuk IV. Bepalingen voor gebruikers van voorzieningen van het openbaar vervoer
- Hoofdstuk V. Taxivervoer
+ Hoofdstuk VI. Internationaal vervoer
+ Hoofdstuk VII. Handhaving
+ Hoofdstuk VIII. Overige bepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht