1.
Een niet voor het leven benoemde rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding onthoudt zich van het openbaren van gedachten of gevoelens en van de uitoefening van de rechten tot vereniging, tot vergadering en tot betoging, indien door de uitoefening van deze rechten naar het oordeel van de functionele autoriteit de goede vervulling van het ambt of het goede functioneren van de rechterlijke macht niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.
2.
Het eerste lid is, voor zover het betreft het recht van vereniging, niet van toepassing op het lidmaatschap van:
a. een politieke groepering, waarvan de aanduiding is ingeschreven overeenkomstig de Kieswet , of
b. een vakvereniging.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemeen
+ Hoofdstuk 1A
+ Hoofdstuk 2. Benoeming, plaatsing en beëdiging
+ Hoofdstuk 3. Salaris en andere financiële arbeidsvoorwaarden
+ Hoofdstuk 4
+ Hoofdstuk 5
- Hoofdstuk 6. Overige rechten en plichten
+ Hoofdstuk 6A. Disciplinaire maatregelen, schorsing en ontslag
+ Hoofdstuk 7. Beroep
+ Hoofdstuk 8. Overleg
+ Hoofdstuk 9. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht