Wet van 22 december 2005 tot verlenging van de zittingsduur van de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland in verband met de samenvoeging van deze gemeenten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de zittingsduur van de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland in verband met de voorgenomen gemeentelijke herindeling van deze gemeenten te verlengen, teneinde te voorkomen dat in deze gemeenten in een kort tijdsbestek mogelijk tweemaal gemeenteraadsverkiezingen moeten worden gehouden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1.
De verkiezing van de leden van de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland, waarvoor de kandidaatstelling op 23 januari 2006 zou plaatsvinden, blijft achterwege.
2.
De zittingsduur van de op 6 maart 2002 gekozen raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland wordt verlengd tot 1 januari 2007.
1.
Indien het bij koninklijke boodschap van 7 november 2005 ingediende voorstel van wet tot samenvoeging van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland (Kamerstukken II 2005/06, 30 348, nr. 2) op 22 september 2006 niet tot wet is verheven en in werking getreden, vindt de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland plaats op 10 oktober 2006.
2.
In het geval, bedoeld in het eerste lid, gelden in afwijking van de
artikelen G 1,
G 2 en
G 4 van de Kieswet voor de verkiezing van de leden van de raden van de gemeenten Obdam en Wester-Koggenland de volgende tijdstippen:
b.
verzoeken tot registratie van aanduidingen van politieke groeperingen voor de verkiezing van de raad, ingediend na 25 september 2006, blijven voor de verkiezing van 22 november 2006 buiten behandeling;
3.
De ingevolge het eerste lid gekozen gemeenteraadsleden treden tegelijk af met de leden van de gemeenteraden waarvoor de verkiezingen op 7 maart 2006 hebben plaatsgevonden.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Gegeven te ’s-Gravenhage, 22 december 2005
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ,
Uitgegeven de negenentwintigste december 2005
De Minister van Justitie ,