1.
Het verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering wordt ingediend bij het UWV:
a. door de in artikel 18, eerste lid, onderdelen a, b en c, bedoelde personen binnen dertien weken na het einde van hun verplichte verzekering;
b. door de in artikel 18, eerste lid, onderdeel f, bedoelde persoon: binnen dertien weken na de dag, waarop zijn werkzaamheden als zelfstandige of zijn werkzaamheden als echtgenoot van de zelfstandige in diens bedrijfs- of beroepsuitoefening, een aanvang hebben genomen;
c. door de in artikel 18, tweede lid, onderdeel a, bedoelde persoon: binnen dertien weken na de dag, waarop de verplichte verzekering is geëindigd;
d. door de in artikel 18, tweede lid, onderdelen b, c en e, bedoelde persoon: binnen dertien weken na de dag van zijn vertrek naar het buitenland dan wel, indien de in artikel 18, tweede lid, onderdeel c, bedoelde werkzaamheden worden verricht in Nederland, binnen dertien weken na de dag waarop die werkzaamheden een aanvang hebben genomen;
e. door de in artikel 18, tweede lid, onderdeel d, bedoelde persoon: binnen dertien weken na de dag, waarop zijn werkzaamheden buiten Nederland een aanvang hebben genomen.
2.
Het UWV kan bepalen dat een verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering, ingediend na de daartoe op grond van deze wet of de daarop berustende bepalingen gestelde termijn, geacht wordt tijdig te zijn ingekomen, indien de persoon die het verzoek heeft gedaan, redelijkerwijs niet geacht kan worden in verzuim te zijn geweest.
3.
De vrijwillige verzekering vangt aan:
a. voor de in artikel 18, eerste lid, onderdelen a, b en c, en tweede lid, onderdeel a, bedoelde persoon: op de dag na die, waarop de verplichte verzekering is geëindigd;
b. voor de in artikel 18, eerste lid, onderdelen d, e en f, bedoelde persoon: op de dag van ontvangst van zijn verzoek om toelating;
c. voor de in artikel 18, tweede lid, onderdelen b, c en e, bedoelde persoon: op de dag van zijn vertrek naar het buitenland dan wel, indien de in artikel 18, tweede lid, onderdeel c, bedoelde werkzaamheden worden verricht in Nederland, op de dag waarop die werkzaamheden een aanvang hebben genomen.
d. voor de in artikel 18, tweede lid, onderdeel d, bedoelde persoon: op de dag, waarop zijn werkzaamheden buiten Nederland een aanvang hebben genomen.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Definities en algemene bepalingen
- Hoofdstuk 2. De verzekering
+ Hoofdstuk 3. De wachttijd en de verlenging van de loondoorbetalingsverplichting
+ Hoofdstuk 4. Rechten en plichten in verband met het recht op een uitkering op grond van deze wet
+ Hoofdstuk 5. Uitsluitingsgronden voor het recht op een uitkering
+ Hoofdstuk 6. Inkomensverzekering voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten
+ Hoofdstuk 7. Uitkering in verband met werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten
+ Hoofdstuk 7a. Tegemoetkoming arbeidsongeschikten
+ Hoofdstuk 8. De aanvraag van de uitkering en de betaling van de uitkering door het UWV
+ Hoofdstuk 9. Eigenrisicodragen door de werkgever
+ Hoofdstuk 10. Handhaving
+ Hoofdstuk 11. Invloed van de verzekering op het burgerlijk recht
+ Hoofdstuk 12. Bepalingen in verband met de Algemene wet bestuursrecht en de rechtsgang
+ Hoofdstuk 13. Overgangsrecht
+ Hoofdstuk 14. Strafbepalingen
+ Hoofdstuk 15. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht