1.
Hij die op of aan de openbare weg of op enige voor het publiek toegankelijke plaats tegen personen of goederen enige baldadigheid pleegt waardoor gevaar of nadeel kan worden teweeggebracht, wordt, als schuldig aan straatschenderij, gestraft met geldboete van de eerste categorie.
2.
Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan hechtenis van ten hoogste drie dagen of geldboete van de eerste categorie worden opgelegd.
Artikel 425
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft:
1°. hij die een dier op een mens aanhitst of een onder zijn hoede staand dier, wanneer het een mens aanvalt, niet terughoudt;
2°. hij die geen voldoende zorg draagt voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier.
1.
Hij die, terwijl hij in staat van dronkenschap verkeert, hetzij in het openbaar het verkeer belemmert of de orde verstoort, hetzij eens anders veiligheid bedreigt, hetzij enige handeling verricht waarbij, tot voorkoming van gevaar voor leven of gezondheid van derden, bijzondere omzichtigheid of voorzorgen worden vereist, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen of geldboete van de eerste categorie.
2.
Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen jaar is verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke of de in artikel 453 omschreven overtreding onherroepelijk is geworden, wordt hij gestraft met hechtenis van ten hoogste twee weken of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 426bis
Hij die wederrechtelijk op de openbare weg een ander in zijn vrijheid van beweging belemmert of met een of meer anderen zich aan een ander tegen diens uitdrukkelijk verklaarde wil blijft opdringen of hem op hinderlijke wijze blijft volgen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 427
Met geldboete van de eerste categorie wordt gestraft:
1°. de eigenaar of gebruiker die ten opzichte van toegangen tot of openingen van kluizen, kelders, onderaardse lokalen en ruimten, waar die op de openbare weg uitkomen, niet de nodige voorzorgsmaatregelen neemt ten behoeve van de veiligheid van de voorbijgangers;
2°. hij die niet zorgt dat een door hem of op zijn last op een openbare weg gedane op- of uitgraving of een door hem of op zijn last op de openbare weg geplaatst voorwerp behoorlijk verlicht en van de gebruikelijke tekens voorzien is;
3°. hij die bij een verrichting op of aan de openbare weg niet de nodige maatregelen neemt om voorbijgangers tegen mogelijk gevaar te waarschuwen;
4°. hij die iets plaatst op of aan, of werpt of uitgiet uit een gebouw, op zodanige wijze dat door of ten gevolge daarvan iemand die van de openbare weg gebruik maakt, nadeel kan ondervinden;
5°. hij die op de openbare weg een rij-, trek- of lastdier laat staan, zonder de nodige voorzorgsmaatregelen tegen het aanrichten van schade te hebben genomen;
6°. hij die zonder verlof van het bevoegd gezag, enige openbare land- of waterweg verspert of het verkeer daarop belemmert.
Artikel 428
Hij die, zonder verlof van de burgemeester, dan wel, in geval van een situatie als bedoeld in artikel 39 van de Wet veiligheidsregio’s, de voorzitter van de veiligheidsregio of van de door deze aangewezen ambtenaar, een of meer eigen onroerende zaken in brand steekt, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 429
Met hechtenis van ten hoogste veertien dagen of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft:
1°. hij die een vuurwapen afschiet, een vuurwerk ontsteekt of een vuur aanlegt, voedt of onderhoudt op zo korte afstand van gebouwen of goederen, dat daardoor brandgevaar kan ontstaan;
2°. hij die, anders dan in de gevallen toegelaten bij of krachtens de Wet luchtvaart , een ballon oplaat waaraan brandende stoffen gehecht zijn;
3°. hij die door gebrek aan de nodige omzichtigheid of voorzorg gevaar voor bos-, heide-, helm-, gras- of veenbrand doet ontstaan;
4°. hij die wederrechtelijk in oppervlaktewateren enige stof aanbrengt waardoor nadeel kan ontstaan in verband met het gebruik dat gewoonlijk van die wateren wordt gemaakt;
5°. hij die een vlieger oplaat of in de lucht heeft aan een lijn die zich geheel of ten dele bevindt binnen een afstand van vijfhonderd meter van een bovengrondse elektrische hoogspanningsleiding;
6°. hij die zich zodanig gedraagt dat gevaar voor het luchtverkeer wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer in de lucht wordt gehinderd of kan worden gehinderd.
1.
Hij die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf personen discrimineert wegens hun ras, hun godsdienst, hun levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij wiens handelen of nalaten in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf zonder redelijke grond, ten doel heeft of ten gevolge kan hebben dat ten aanzien van personen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven, wordt teniet gedaan of aangetast.
Artikel 429quinquies
Hij die zonder daartoe gerechtigd te zijn zich op een verboden plaats bevindt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Artikel 430
Hij die zonder verlof van het bevoegd gezag een opneming doet, een tekening of beschrijving maakt van enig militair werk, of die openbaar maakt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie.
Artikel 430a
Hij die zich buiten een door de gemeenteraad als geschikt voor ongeklede openbare recreatie aangewezen plaats, ongekleed bevindt op of aan een voor het openbaar verkeer bestemde plaats die voor ongeklede recreatie niet geschikt is, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 431
Met geldboete van de eerste categorie wordt gestraft hij die rumoer of burengerucht verwekt waardoor de nachtrust kan worden verstoord.
Artikel 435
Met geldboete van de tweede categorie wordt gestraft:
1°. hij die zonder daartoe gerechtigd te zijn een Nederlandse adellijke titel voert of een Nederlands ordeteken draagt;
2°. hij die zonder ’s Konings verlof waar dit vereist wordt, een vreemd ordeteken, titel, rang of waardigheid aanneemt;
3°. hij die zonder daartoe gerechtigd te zijn de titel van advocaat, gerechtsdeurwaarder, dan wel een der in de artikelen 7.20, 7.22, tweede lid, 7.22a, eerste lid, en 7a.5 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde titels voert;
4°. hij die, door het bevoegd gezag naar zijn identificerende persoonsgegevens gevraagd, een valse naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres waarop hij in de basisregistratie personen als ingezetene staat ingeschreven of woon- of verblijfplaats opgeeft.
Artikel 435a
Hij die in het openbaar kledingstukken of opzichtige onderscheidingstekens draagt of voert, welke uitdrukking zijn van een bepaald staatkundig streven, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of geldboete van de tweede categorie.
1.
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, gebruik maakt van woorden, uitdrukkingen of kentekens, die aanduiden of de indruk kunnen wekken dat zijn optreden is bevorderd dan wel de steun of de erkenning geniet van rijkswege, vanwege Aruba, Curaçao, Sint Maarten of een buitenlandse mogendheid dan wel vanwege een volkenrechtelijke organisatie, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
2.
[Vervallen.]
3.
Bij veroordeling wegens de in het eerste lid omschreven overtreding, kan openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak worden gelast.
Artikel 435c
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, gebruik maakt van het rode-kruisteken of van de woorden "Rode Kruis" of "Kruis van Genève", of van daarmede door de wetten en gebruiken van de oorlog gelijkgestelde tekens of woorden, dan wel van tekens of woorden die daarvan een nabootsing zijn, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 435d
Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die het wapen van het Zwitserse Eedgenootschap of een teken hetwelk een nabootsing daarvan vormt, gebruikt:
1°. hetzij als fabrieks- of handelsmerk of als onderdeel van zulk een merk;
2°. hetzij met een doel, strijdig met de eerlijkheid in de handel;
3°. hetzij onder omstandigheden die het Zwitserse nationale gevoel zouden kunnen krenken.
Artikel 435e
Hij die, anders dan in besloten kring, door tussenkomst van een ten algemenen nutte of mede ten algemenen nutte gebezigde telefooninrichting, goederen of diensten tegen betaling aanbiedt, daarbij te kennen gevend of de indruk wekkend dat de opbrengst geheel of ten dele voor een liefdadig of ideëel doel is bestemd, wordt gestraft met geldboete van de derde categorie.
1.
Hij die, niet toegelaten tot de uitoefening van een beroep waartoe de wet een toelating vordert, buiten noodzaak dat beroep uitoefent, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
2.
Hij die, toegelaten tot de uitoefening van een beroep waartoe de wet een toelating vordert, buiten noodzaak in de uitoefening van dat beroep de grenzen van zijn bevoegdheid overschrijdt, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
3.
Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan in het geval van het eerste lid hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie, in het geval van het tweede lid hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de derde categorie worden opgelegd.
1.
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de bij algemene maatregel van bestuur aangewezen handelaar die in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf:
a. niet met inachtneming van de bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels aantekening houdt van alle gebruikte of ongeregelde goederen die hij heeft verworven dan wel voorhanden heeft,
b. een gebruikt of ongeregeld goed verwerft van iemand, zonder dat diegene zijn identificerende persoonsgegevens heeft opgegeven of zonder dat hij die gegevens in zijn administratie heeft aangetekend,
c. nalaat zijn administratie op eerste aanvraag ter inzage te geven aan een ambtenaar als bedoeld in artikel 552 van het Wetboek van Strafvordering,
d. nalaat een gebruikt of ongeregeld goed dat hij heeft verworven of voorhanden heeft, op eerste vordering van een ambtenaar als bedoeld in onderdeel c, ter bezichtiging af te staan en deze te laten zien waar dit goed in zijn administratie staat ingeschreven,
e. een goed dat bij hem door of vanwege de politie met een duidelijke schriftelijke omschrijving als door misdrijf aan de rechthebbende is onttrokken of als verloren is aangegeven, verwerft of voorhanden heeft,
f. aan een hem schriftelijk uitgereikt last van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, tot het gedurende een daarbij aangegeven tijd, veertien dagen niet te boven gaande, bewaren of in bewaring geven van een goed dat hij voorhanden heeft, of aan een hem bij die last gegeven aanwijzing, geen gevolg geeft, of
g. nalaat de van hem bij schriftelijke vordering van een ambtenaar, zoals bedoeld in onderdeel c, gevraagde opgaven betreffende door hem verworven of bij hem voorhanden zijnde goederen binnen de termijn, bij de vordering gesteld, naar waarheid te verschaffen.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft de voor de handelaar uit het eerste lid optredende persoon die een feit begaat als in dit lid onder a tot en met g omschreven;
3.
De schuldige kan worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij de overtreding begaat.
4.
Onder ongeregelde goederen worden verstaan goederen die wegens hun aard of uitvoering, hun herkomst of de staat waarin zij verkeren, niet tot de algemeen gangbare goederen kunnen worden gerekend.
1.
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft de handelaar die op grond van artikel 437 bij algemene maatregel van bestuur is aangewezen en in de oefening van zijn beroep of bedrijf:
a. een goed van een minderjarige verwerft, of
b. een goed van iemand van wie hij weet of redelijkwijs moet vermoeden dat hij is opgenomen in een strafinrichting, rijksinrichting voor kinderbescherming of krankzinnigengesticht, verwerft.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft de voor de handelaar uit het eerste lid optredende persoon die een feit begaat als in dit lid onder a en b omschreven.
3.
De schuldige kan worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij de overtreding heeft begaan.
1.
De handelaar aangewezen bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 437, die een verordening door de raad van een gemeente ter bestrijding van heling uitgevaardigd en afgekondigd, overtreedt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie.
2.
Met dezelfde straf wordt gestraft hij die van opkopen een beroep of gewoonte maakt, zonder daarvan te voren de burgemeester of een door die burgemeester aangewezen ambtenaar schriftelijk in kennis te hebben gesteld.
Artikel 437quater
Hij die enig voorschrift ter voorkoming van gevaar voor begunstiging van misdrijven, bij algemene maatregel van bestuur met betrekking tot het verkeer op bepaalde daarbij aan te wijzen watergebieden vastgesteld, overtreedt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie.
1.
Hij die er zijn beroep van maakt aan personen nachtverblijf te verschaffen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie indien hij:
1e. nalaat zich onverwijld bij aankomst van de persoon die in de door hem gehouden inrichting de nacht zal doorbrengen een geldig reisdocument of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht te doen overleggen;
2e. geen doorlopend register houdt of nalaat daarin onverwijld bij de aankomst van die persoon zijn naam, woonplaats en dag van aankomst aan te tekenen of te doen aantekenen alsmede zelf daarin aantekening te houden of te doen houden van de aard van het overgelegde document, en, bij het vertrek, de dag van het vertrek;
3e. nalaat dat register op aanvraag te vertonen aan de burgemeester dan wel aan de door deze aangewezen ambtenaar.
2.
Met dezelfde straf wordt de gelijke nalatigheid gestraft van degene die er zijn beroep of een gewoonte van maakt aan meerderjarige personen een terrein, daaronder begrepen iedere binnenhaven of elk binnenwater ingericht tot het afmeren van pleziervaartuigen, al of niet met daarbij behorende voorzieningen, ter beschikking te stellen voor het houden van nachtverblijf of voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen of daartoe enig bouwwerk, niet zijnde een inrichting als bedoeld in het eerste lid, ter beschikking stelt.
3.
Op nachtverblijf, verschaft aan meereizende echtgenoten, minderjarige kinderen of aan reisgezelschappen, is het voorgaande niet van toepassing.
1.
Met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft:
1°. hij die van een krijgsman beneden de rang van officier goederen behorende tot de kleding, uitrusting of bewapening koopt, inruilt, als geschenk aanneemt, in pand, gebruik of bewaring neemt, of zodanige goederen voor een krijgsman beneden de rang van officier verkoopt, ruilt, ten geschenke, in pand, gebruik of bewaring geeft, zonder schriftelijke vergunning door of vanwege de bevelvoerende officier afgegeven;
2°. hij die, een gewoonte makende van het kopen van zodanige goederen, de bij algemene maatregel van inwendig bestuur gegeven voorschriften omtrent het daarvan te houden register niet naleeft.
2.
Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze overtredingen onherroepelijk is geworden, kan de straf van hechtenis worden verdubbeld.
Artikel 440
Hij die drukwerken of andere voorwerpen in een vorm die ze op munt- of bankbiljetten, op muntspeciën, op van rijksmerken voorziene platina, gouden of zilveren werken, op postzegels of op reisdocumenten, identiteitsbewijzen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of andere identiteitsbewijzen die afgegeven zijn door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang of Nederlandse identiteitskaarten doet gelijken, vervaardigt, ontvangt, zich verschaft, in voorraad heeft, vervoert, invoert, doorvoert of uitvoert, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
Artikel 441
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij die de inhoud of de strekking van hetgeen door middel van een onder zijn beheer staande of door hem gebruikt radio-ontvangapparaat is opgevangen en, naar hij redelijkerwijs moet vermoeden, niet voor hem of mede voor hem bestemd is, hetzij aan een ander meedeelt, indien hij redelijkerwijs moet vermoeden, dat dan openlijke bekendmaking van de inhoud of de strekking volgen zal en zodanige bekendmaking volgt, hetzij openlijk bekend maakt.
Artikel 441a
Hij die openlijk of door verspreiding van enig geschrift ongevraagd een voorwerp als verkrijgbaar dan wel als bij hem voorhanden aanwijst en daarbij de aandacht vestigt op de geschiktheid daarvan als technisch hulpmiddel voor het heimelijk afluisteren, aftappen of opnemen van gesprekken, telecommunicatie of andere gegevensoverdracht door een geautomatiseerd werk of als onderdeel van zulk een hulpmiddel, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie.
Artikel 441b
Met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft hij die, gebruik makende van een daartoe aangebracht technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, van een persoon, aanwezig op een voor het publiek toegankelijke plaats, wederrechtelijk een afbeelding vervaardigt.
Artikel 442
Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft:
1°. hij die, surséance van betaling verkregen hebbende, eigenmachtig daden verricht waartoe de medewerking van bewindvoerders door de wet wordt gevorderd;
2°. de bestuurder of commissaris van een rechtspersoon welke surséance van betaling verkregen heeft, die eigenmachtig daden verricht waartoe de medewerking van bewindvoerders door de wet wordt gevorderd.
Artikel 442a
Hij die zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de raad voor de kinderbescherming een kind beneden de leeftijd van zes maanden hetwelk niet onder voogdij van een rechtspersoon staat als pleegkind opneemt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie weken of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 443
Hij die een algemeen voorschrift van politie, krachtens de Gemeentewet in buitengewone omstandigheden door de burgemeester, de voorzitter van de veiligheidsregio of de commissaris van de Koning in de provincie uitgevaardigd en afgekondigd, overtreedt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 444
Hij die, wettelijk als getuige, als deskundige of als tolk opgeroepen, wederrechtelijk wegblijft, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 445
Hij die in zaken van minderjarigen of van onder curatele te stellen of gestelde personen, of van hen die in een psychiatrisch ziekenhuis zijn opgenomen, als bloedverwant, aangehuwde, echtgenoot, voogd, curator, voor de rechter geroepen om te worden gehoord, noch in persoon noch, waar dit is toegelaten, door tussenkomst van een gemachtigde verschijnt, zonder geldige reden van verschoning, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 446
Hij die, bij het bestaan van gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen of bij ontdekking van een misdrijf op heter daad, het hulpbetoon weigert dat de openbare macht van hem vordert en waartoe hij, zonder zich aan dadelijk gevaar bloot te stellen, in staat is, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 446a
Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie wordt gestraft hij die,
1°. nadat hij een bevoegdheid als bedoeld in artikel 539b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft uitgeoefend, dan wel
2°. nadat hem buiten het rechtsgebied van een rechtbank een aangehouden verdachte of een in beslag genomen voorwerp is overgeleverd, dan wel
3°. nadat hij buiten het rechtsgebied van een rechtbank op last van het openbaar ministerie een persoon heeft aangehouden,
niet onverwijld en op de snelst mogelijke wijze aan een bevoegde officier van justitie kennis geeft van de gegevens, bedoeld in artikel 539b, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, of nalaat te trachten ten spoedigste aanwijzingen van de officier van justitie te verkrijgen als bedoeld in het derde lid van dat artikel.
Artikel 447
Hij die een bekendmaking, vanwege het bevoegd gezag in het openbaar gedaan, wederrechtelijk afscheurt, onleesbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 447a
Met geldboete van de tweede categorie wordt gestraft:
1°. hij die niet of niet behoorlijk voldoet aan enige verplichting, opgelegd in artikel 195 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de artikelen 192 en 178 derde lid van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, of opgelegd in de artikelen 785 en 786 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de artikelen 782 en 178 derde lid, naast artikel 771 van Boek 8 van dat Wetboek of in de algemene maatregelen van bestuur bedoeld in de artikelen 231 en 841 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek;
2°. hij die het brandmerk, de benaming of kentekens op een teboekstaand schip, voorgeschreven in de onder 1° genoemde algemene maatregel van bestuur, verwijdert, verandert dan wel onduidelijk of onzichtbaar maakt op een andere wijze dan volgens die algemene maatregel van bestuur geoorloofd is;
3°. hij die niet of niet behoorlijk voldoet aan de verplichting, opgelegd in artikel 1304, tweede lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, of aan enige verplichting, opgelegd in een algemene maatregel van bestuur, uitgevaardigd krachtens artikel 1321 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 447b
Hij die een reisdocument, een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een ander identiteitsbewijs dat afgegeven is door een dienst of organisatie van vitaal of nationaal belang, dat hij voorhanden heeft, waarvan hij niet de houder is, of dat ingevolge een wettelijke bepaling moet worden ingeleverd, niet terstond wanneer hem dit mondeling door een daartoe bevoegde ambtenaar is bevolen, dan wel binnen veertien dagen, nadat hem dit bij aangetekend schrijven in persoon is medegedeeld inlevert, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
Artikel 447c
Hij die, anders dan door valsheid in geschrift, aan degene door wie of door wiens tussenkomst enige verstrekking of tegemoetkoming wordt verleend, gegevens verstrekt die naar hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden niet met de waarheid in overeenstemming zijn, wordt, indien deze gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Artikel 447d
Hij die, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, nalaat tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, wordt, indien deze gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Artikel 447e
Hij die niet voldoet aan de verplichting om een identiteitsbewijs ter inzage aan te bieden of medewerking te verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken, hem opgelegd krachtens de Wet op de identificatieplicht , het Wetboek van Strafvordering , het Wetboek van Strafrecht, de Overleveringswet , de Uitleveringswet , de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen , de Penitentiaire beginselenwet , de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden , de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen of de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen , wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
Artikel 448
Hij die niet voldoet aan een wettelijke verplichting tot aangifte aan de ambtenaar van de burgerlijke stand voor de registers van geboorte of overlijden, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
1.
De bedienaar van de godsdienst die, voordat partijen hem hebben doen blijken dat hun huwelijk ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand is voltrokken, enige godsdienstige plechtigheid daartoe betrekkelijk verricht, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
2.
Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, kan hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie worden opgelegd.
Artikel 450
Hij die, getuige van het ogenblikkelijk levensgevaar waarin een ander verkeert, nalaat deze die hulp te verlenen of te verschaffen die hij hem, zonder gevaar voor zichzelf of anderen redelijkerwijs te kunnen duchten, verlenen of verschaffen kan, wordt, indien de dood van de hulpbehoevende volgt, gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 453
Hij die zich in kennelijke staat van dronkenschap op de openbare weg bevindt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twaalf dagen of geldboete van de eerste categorie.
Artikel 458
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zijn niet uitvliegend pluimgedierte laat lopen in tuinen of op enige grond die bezaaid, bepoot of beplant is, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 459
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, vee laat lopen in tuinen, hakbossen of rijswaarden, op enig wei- of hooiland of op enige grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of die ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereedgemaakt, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 460
Hij die zich, zonder daartoe gerechtigd te zijn, bevindt op enige grond die bezaaid, bepoot of beplant is, of die ter bezaaiing, bepoting of beplanting is gereedgemaakt, of gedurende de maanden mei tot en met oktober op enig wei- of hooiland, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 461
Hij die, zonder daartoe gerechtigd te zijn, zich op eens anders grond waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door de rechthebbende is verboden, bevindt of daar vee laat lopen, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 462
De ambtenaar, bevoegd tot de uitgifte van afschriften of uittreksels van vonnissen, die zodanig afschrift of uittreksel uitgeeft alvorens het vonnis behoorlijk is ondertekend, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 463
De ambtenaar die zonder verlof van het bevoegd gezag afschrift maakt of uittreksel neemt van geheime regeringsbescheiden of die openbaar maakt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 464
Het hoofd van een gesticht, bestemd tot opsluiting van veroordeelden, voorlopig aangehoudenen of gegijzelden, of van een rijksinrichting voor kinderbescherming of psychiatrisch ziekenhuis, die iemand in het gesticht of ziekenhuis opneemt of houdt zonder zich het bevel van de bevoegde macht of de rechterlijke uitspraak te hebben laten vertonen, of die nalaat van deze opneming en van het bevel of de uitspraak op grond waarvan zij geschiedt, in zijn registers de vereiste inschrijving te doen, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 465
De ambtenaar van de burgerlijke stand die nalaat vóór de voltrekking van een huwelijk zich de bewijsstukken of verklaringen te laten geven die door enig wettelijk voorschrift worden gevorderd, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
Artikel 466
De ambtenaar van de burgerlijke stand die in strijd handelt met enig wettelijk voorschrift omtrent de registers of de akten van de burgerlijke stand of omtrent de formaliteiten vóór of de voltrekking van een huwelijk, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 467
De ambtenaar van de burgerlijke stand die nalaat een akte in de registers op te nemen, wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
Artikel 468
Met geldboete van de eerste categorie wordt gestraft:
1°. de ambtenaar van de burgerlijke stand die nalaat aan het bevoegd gezag de opgaven te doen die enig wettelijk voorschrift van hem vordert;
2°. de ambtenaar die nalaat aan de ambtenaar van de burgerlijke stand de opgaven te doen die enig wettelijk voorschrift van hem vordert.
Artikel 468a
Onder ambtenaar van de burgerlijke stand wordt ten aanzien van de artikelen 466-468 verstaan een ieder die ingevolge enig wettelijk voorschrift met de bewaring van een register van de burgerlijke stand is belast.
Artikel 470
De schipper die niet alle door of krachtens wettelijke bepalingen gevorderde scheepspapieren, boeken, bescheiden of andere gegevensdragers aan boord heeft, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
1.
Met geldboete van de tweede categorie wordt gestraft:
1°. de schipper van een Nederlands vaartuig die niet zorgt dat aan boord van zijn vaartuig de bij de wet vereiste dagboeken overeenkomstig de wettelijke voorschriften worden gehouden of die dagboeken niet vertoont wanneer de wet dit vordert;
2°. de schipper van een Nederlands schip die het register van strafbare feiten, bedoeld in artikel 539u van het Wetboek van Strafvordering, niet overeenkomstig de wettelijke voorschriften houdt of niet vertoont wanneer de wet dit vordert;
3°. [vervallen;]
4°. de eigenaar, de rompbevrachter, de boekhouder of schipper van een Nederlands vaartuig die weigert aan belanghebbenden op hun aanvraag inzage of, tegen betaling van de kosten, afschrift te verstrekken van de aan boord van het vaartuig gehouden dagboeken.
2.
Indien tijdens het plegen van de overtreding nog geen twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze overtredingen onherroepelijk is geworden, kan hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie worden opgelegd.
Artikel 471a
Hij die het bepaalde bij artikel 539u van het Wetboek van Strafvordering overtreedt wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 472
De schipper van een Nederlands vaartuig die niet voldoet aan zijn wettelijke verplichting betreffende de inschrijving en kennisgeving van geboorten of sterfgevallen die gedurende een zeereis plaats hebben, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 474
De schipper die niet voldoet aan de verplichtingen bedoeld in het tweede lid van artikel 358a of van artikel 785 van het Wetboek van Koophandel, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Artikel 475
Degene die in strijd handelt met de hem in artikel 38a Wet zeevarenden opgelegde verplichtingen, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.
Artikel 479
Het in werking treden van dit wetboek wordt nader bij de wet geregeld.
Inhoudsopgave
+ Eerste Boek. Algemene bepalingen
+ Tweede Boek. Misdrijven
- Derde Boek. Overtredingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht