1.
Voor de directie bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats voor: schoolsoortgroep 1:
€ 66.418,87schoolsoortgroep 2:
€ 79.271,46schoolsoortgroep 3:
€ 78.425,32schoolsoortgroep 4:
€ 76.179,67
2.
De landelijke gemiddelde personeelslast voor de leraren wordt per school bepaald volgens de formule: cf x ggl +c.
Daarbij is:
cf: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde coëfficiënt.
Deze bedraagt voor:schoolsoortgroep 1:
€ 1.016,83schoolsoortgroep 2:
€ 1.439,78schoolsoortgroep 3:
€ 1.236,11schoolsoortgroep 4:
€ 1.076,60
ggl: de gewogen gemiddelde leeftijd van de leraren als bedoeld in de publicatie van 27 februari 1998, VO/FB/1998/7449 (OCenW-Regelingen 1998, 7) en van 10 augustus 1998, VO/FB/1998/30920 (OCenW-Regelingen 1998, 18), en
c: de voor de schoolsoortgroep waartoe de school behoort vastgestelde vaste voet.
Deze bedraagt voor:schoolsoortgroep 1:
€ 10.179,94schoolsoortgroep 2:
€ 1.649,88schoolsoortgroep 3:
€ 7.428,16schoolsoortgroep 4:
€ 9.528,20
3.
Voor het onderwijsondersteunend personeel bedraagt de landelijke gemiddelde personeelslast per formatieplaats € 34.823,03, ongeacht de schoolsoortgroep.
Inhoudsopgave
+ Paragraaf I. Begripsbepalingen
- Paragraaf II. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 januari 2002
+ Paragraaf III. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 juli 2002
+ Paragraaf IV. Vaststelling landelijke gemiddelde personeelslast per 1 augustus 2002
+ Paragraaf V. Maatregelen schooljaar 2002-2003
+ Paragraaf VI. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht