Wet van 21 februari 2009 tot aanpassing van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de toetreding door het Koninkrijk tot het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 tot wijziging van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen (Trb. 1997, 300)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek aan te passen in verband met de toetreding door het Koninkrijk tot het op 2 mei 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol van 1996 tot wijziging van het op 19 november 1976 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake beperking van aansprakelijkheid voor maritieme vorderingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt Burgerlijk Wetboek Boek 8.]
Artikel II
Op de aansprakelijkheid voor een voorval dat heeft plaatsgevonden voor de dag van inwerkingtreding van deze wet blijft het recht van toepassing zoals dat gold voor de inwerkingtreding van deze wet.
Artikel III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
’s-Gravenhage, 21 februari 2009
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
Uitgegeven de zevende april 2009