Aanwijzing van de Minister van Justitie van 16 februari 2006, op grond van artikel 8 Vrijstellingsregeling afwijkend gebruik frequentieruimte Justitie
De Minister van Justitie besluit, gelet op artikel 8 van de Regeling van de Minister van Economische Zaken, houdende regels ter zake vrijstelling van het toestemmingsvereiste ex artikel 3.10, eerste lid, van de Telecommunicatiewet (Vrijstellingsregeling afwijkend gebruik frequentieruimte Justitie), het volgende document aan te wijzen:
– een verklaring van de Politieacademie waaruit blijkt dat de desbetreffende opsporingsambtenaar voldoende kennis heeft van de juridische, technische en operationele aspecten van het gebruik van de apparatuur waarmee een afwijkend gebruik van de frequentieruimte kan plaatsvinden.
Deze aanwijzing treedt in werking met ingang van de dag waarop deze wordt geplaatst in de Staatscourant.
Deze aanwijzing zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 16 februari 2006
De van Justitie , namens deze:
Minister
de
Directeur-Generaal Rechtshandhaving
Inhoudsopgave
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht