Besluit van 19 maart 2007, houdende aanwijzing van categorieën van beperkingenbesluiten waarop de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken van toepassing is (Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 8 december 2005, nr. DJZ2005203925, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken, artikel 28 van de Wet voorkeursrecht gemeenten en artikel 39b van de Wet bodembescherming;
De Raad van State gehoord (advies van 1 februari 2006, nr. W08.05.0574/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 maart 2007, nr. DJZ2007015942, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder wet:
Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken .
2.
Van de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, is uitgezonderd een tot de betreffende categorie behorend beperkingenbesluit waaruit een gedoogplicht voortvloeit die minder dan zes maanden van kracht is.
Artikel 3
[Wijzigt het Besluit voorkeursrecht gemeenten.]
Artikel 4
[Wijzigt het Besluit uniforme saneringen.]
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende hoofdstukken van de
bijlage bij dit besluit of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 6
Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken.
’s-Gravenhage, 19 maart 2007
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ,
Uitgegeven de negenentwintigste maart 2007
De Minister van Justitie ,