Accijns, aantonen van de uitvoer naar derde landen van accijnsgoederen
Aan mij is de vraag voorgelegd of een alternatief document, waaruit blijkt dat aan accijns onderhevige goederen daadwerkelijk zijn uitgegaan naar een derde land, ook als bewijs kan worden aanvaard. De vraag en het antwoord zijn hierna opgenomen.
Vraag
Het terugzendingsexemplaar van het accijnsgeleidedocument (AGD) als bedoeld in artikel 3, derde lid van het Uitvoeringsbesluit accijns dient voor het uitgaan naar een derde land overeenkomstig artikel 793, lid 6bis van de
Verordening (EEG) nr. 2454/93 (Toepassingsverordening van het Communautair douanewetboek) door het douanekantoor van uitvoer te worden afgetekend als bewijs dat de goederen daadwerkelijk zijn uitgegaan naar een derde land.
Ook voor de toepassing van de teruggaaf van accijns voor accijnsgoederen dient bij het verzoek om teruggaaf een bewijs te worden overgelegd dat de goederen zijn uitgevoerd naar een derde land. In artikel 30 van het Uitvoeringsbesluit accijns is daartoe een exemplaar van de aangifte ten uitvoer aangewezen.
De vraag is of voor die gevallen een alternatief document, waaruit blijkt dat de accijnsgoederen daadwerkelijk zijn uitgevoerd naar een derde land, ook als bewijs kan worden aanvaard.
Antwoord
Ja, ik keur goed dat in die gevallen als bewijs een douanedocument, of een kopie of fotokopie daarvan, wordt overgelegd dat ten genoegen van de douaneautoriteiten:
–
voldoende gegevens ter identificatie van de betrokken goederen bevat en
–
waaruit blijkt dat de goederen daadwerkelijk zijn uitgevoerd naar een derde land.
De kopie of fotokopie van het douanedocument moet voor eensluidend zijn gewaarmerkt door de instantie die het originele document heeft geviseerd, door een officiële instantie van het betrokken derde land of door een officiële instantie van één der lidstaten.
Vervallen besluit
Het besluit van 12 mei 2003, nr. CPP2003/938M is hiermede vervallen.