1.
In aanvulling op artikel 15 kan de Sociale verzekeringsbank de verzekerde of de persoon aan wie of de instelling waaraan op grond van de artikelen 7c of 21 kinderbijslag wordt betaald verzoeken aan te tonen dat:
a. ten aanzien van een kind als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, wordt voldaan aan de voorwaarden, gesteld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, of
b. een kind als bedoeld in artikel 7, zesde lid, niet tot het huishouden van de verzekerde noch tot het huishouden van een ander behoort.
2.
Teneinde de verzekerde of de persoon aan wie of de instelling waaraan op grond van de artikelen 7c of 21 kinderbijslag wordt betaald daartoe in de gelegenheid te stellen, kan de Sociale verzekeringsbank bij dit verzoek aanbieden met de toestemming van de verzekerde of de bewoner van de woning waar het kind woont, de woning van verzekerde onderscheidenlijk de woning waar het kind woont binnen te treden.
3.
Indien door het ontbreken van toestemming van de bewoner niet kan worden vastgesteld tot wiens huishouden het kind behoort, heeft dit gevolgen voor het recht op en het geldend maken van het recht op kinderbijslag.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk II. Kring der verzekerden
- Hoofdstuk III. De kinderbijslag
+ Hoofdstuk IV
+ Hoofdstuk V. De financiering
+ Hoofdstuk VI. Bepalingen in verband met de Algemene wet bestuursrecht en het beroep in cassatie
+ Hoofdstuk VII. Strafbepalingen
+ Hoofdstuk VIII. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht