1.
In afwijking van
artikel 24, eerste lid, kan de Sociale verzekeringsbank, op verzoek van de verzekerde, dan wel degene met wie hij een huishouding vormt, of de persoon aan wie op grond van de
artikelen 7c of
21 kinderbijslag wordt betaald, besluiten gedeeltelijk van terugvordering of gedeeltelijk van verdere terugvordering af te zien bij medewerking aan een schuldregeling, indien:
a.
redelijkerwijs te voorzien is dat verzekerde, dan wel degene met wie hij een huishouding vormt, of de persoon aan wie op grond van de
artikelen 7c of
21 kinderbijslag wordt betaald niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen;
b.
redelijkerwijs te voorzien is dat een schuldregeling met betrekking tot alle vorderingen, behoudens de in het tweede lid bedoelde vorderingen, van de overige schuldeisers zonder een zodanig besluit niet tot stand zal komen;
d.
aannemelijk is dat medewerking aan een schuldregeling niet concurrentieverstorend werkt; en
2.
Het eerste lid is niet van toepassing indien een vordering is ontstaan door het niet nakomen door de verzekerde, dan wel degene met wie hij een huishouding vormt, of de persoon aan wie op grond van de
artikelen 7c of
21 kinderbijslag wordt betaald, van de verplichting, bedoeld in
artikel 15, en hiervoor een boete als bedoeld in
artikel 17a is opgelegd, dan wel met betrekking tot het niet naleven van die verplichting aangifte is gedaan op grond van het
Wetboek van Strafrecht .
3.
Het besluit tot het afzien van terugvordering of van verdere terugvordering wordt ingetrokken of ten nadele van de verzekerde, dan wel degene met wie hij een huishouding vormt, of de persoon aan wie op grond van de
artikelen 7c of
21 kinderbijslag wordt betaald gewijzigd indien:
a.
niet binnen twaalf maanden nadat dat besluit is bekendgemaakt, een schuldregeling tot stand is gekomen die voldoet aan de eisen, bedoeld in het eerste lid;
b.
de verzekerde, dan wel degene met wie hij een huishouding vormt, of de persoon aan wie op grond van de
artikelen 7c of
21 kinderbijslag wordt betaald zijn schuld aan de Sociale verzekeringsbank niet overeenkomstig de schuldregeling voldoet; of
c.
onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot dit artikel nadere regels worden gesteld ten aanzien van de bevoegdheid om mee te werken aan schuldregelingen.