1.
De bestuursrechter kan bepalen dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft indien partijen daarvoor toestemming hebben verleend.
2.
Is het beroep reeds ter zitting behandeld, dan kan de bestuursrechter na toepassing van artikel 8:51a bepalen dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft indien:
a. het bestuursorgaan heeft medegedeeld dat het geen gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen of te laten herstellen;
b. de termijn als bedoeld in artikel 8:51a, tweede lid, ongebruikt is verstreken;
c. partijen hun zienswijzen over de wijze waarop het gebrek is hersteld, naar voren hebben gebracht; of
d. de termijn als bedoeld in artikel 8:51b, derde lid, ongebruikt is verstreken, tenzij partijen daardoor kunnen worden benadeeld.
3.
Als de bestuursrechter bepaalt dat het onderzoek of het nadere onderzoek ter zitting achterwege blijft, sluit hij het onderzoek.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Verkeer tussen burgers en bestuursorganen
+ Hoofdstuk 3. Algemene bepalingen over besluiten
+ Hoofdstuk 4. Bijzondere bepalingen over besluiten
+ Hoofdstuk 5. Handhaving
+ Hoofdstuk 6. Algemene bepalingen over bezwaar en beroep
+ Hoofdstuk 7. Bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep
- Hoofdstuk 8. Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
+ Hoofdstuk 9. Klachtbehandeling
+ Hoofdstuk 10. Bepalingen over bestuursorganen
+ Hoofdstuk 11. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht