1.
Indien de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige de aangifte voor een belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen niet, dan wel niet binnen de in artikel 10 bedoelde termijn heeft gedaan, vormt dit een verzuim ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste € 131 kan opleggen.
2.
Indien de inhoudingsplichtige de aangifte loonbelasting niet, niet binnen de in artikel 10 bedoelde termijn, dan wel onjuist of onvolledig heeft gedaan, vormt dit, in afwijking van het eerste lid, een verzuim terzake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete van ten hoogste € 1.319 kan opleggen.
3.
De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens het niet dan wel niet tijdig doen van de aangifte vervalt door verloop van een jaar na het einde van de termijn waarbinnen de aangifte had moeten worden gedaan. De bevoegdheid tot het opleggen van de boete wegens het doen van een onjuiste of onvolledige aangifte vervalt door verloop van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar van het aangiftetijdvak waarop de aangifte betrekking heeft.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk II. Aangifte
+ Hoofdstuk III. Heffing van belasting bij wege van aanslag
+ Hoofdstuk IV. Heffing van belasting bij wege van voldoening of afdracht op aangifte
+ Hoofdstuk IVA. Basisregistratie inkomen
+ Hoofdstuk V. Bezwaar en beroep
+ Hoofdstuk VA. Belastingrente en revisierente
+ Hoofdstuk VI. Bevordering van de richtige heffing
+ Hoofdstuk VII. Bepalingen ter voorkoming van dubbele belasting
+ Hoofdstuk VIII. Bijzondere bepalingen
- Hoofdstuk VIIIA. Bestuurlijke boeten
+ Hoofdstuk IX. Strafrechtelijke bepalingen
+ Hoofdstuk X. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht