1.
De bevoegdheid om aan een ander dan de belastingplichtige of inhoudingsplichtige een bestuurlijke boete als bedoeld in de artikelen 67a, eerste lid, en 67d, eerste lid, op te leggen vervalt door verloop van drie jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de overtreding heeft plaatsgevonden.
2.
De bevoegdheid om aan een ander dan de belastingplichtige of inhoudingsplichtige een bestuurlijke boete als bedoeld in de artikelen 67c, tweede lid, 67e, eerste lid, en 67f, derde lid, op te leggen vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de overtreding heeft plaatsgevonden.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk II. Aangifte
+ Hoofdstuk III. Heffing van belasting bij wege van aanslag
+ Hoofdstuk IV. Heffing van belasting bij wege van voldoening of afdracht op aangifte
+ Hoofdstuk IVA. Basisregistratie inkomen
+ Hoofdstuk V. Bezwaar en beroep
+ Hoofdstuk VA. Belastingrente en revisierente
+ Hoofdstuk VI. Bevordering van de richtige heffing
+ Hoofdstuk VII. Bepalingen ter voorkoming van dubbele belasting
+ Hoofdstuk VIII. Bijzondere bepalingen
- Hoofdstuk VIIIA. Bestuurlijke boeten
+ Hoofdstuk IX. Strafrechtelijke bepalingen
+ Hoofdstuk X. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht