Begeleidingscommissie filosofie
De staatssecretaris van onderwijs en wetenschappen,
de minister van onderwijs en wetenschappen (verder te noemen: de minister) te adviseren terzake het centraal examen v.w.o. filosofie;
de ontwikkeling van het vak filosofie in het voortgezet onderwijs te stimuleren.
a.
prof. dr. H.P. Kunneman te Culemborg, lid tevens voorzitter.
b.
drs. J.A. Wessels te Arnhem, lid, tevens secretaris tot 1 december 1993.
c.
H.R. van Mourik te Amsterdam, lid, met ingang van 1 december 1993 tevens secretaris.
d.
prof. dr. O.D. Duintjer te Amsterdam.
e.
drs. J.G.M. van Helmond te Valkenburg.
f.
drs. H. Klitsie te Amsterdam.
g.
dr. J.H. Pott te Amsterdam.
h.
drs. H. Schwab te Amsterdam.
1.
De leden van de commissie ontvangen, voor zover van toepassing, een vergoeding van onkosten en vacatiegelden als bedoeld in het
Vacatiegeldenbesluit 1988 (Stb. 1988, 205).
2.
Het in het eerste lid bepaalde is niet van toepassing op de leden genoemd in
artikel 4 onder f en i, en evenmin op de leden genoemd onder b en c, gedurende de periode dat zij tevens secretaris zijn. Zij ontvangen voor de te verrichten werkzaamheden van deze commissie een nader overeen te komen vergoeding.
3.
De leden van de commissie kan een vergoeding van reis- en verblijfkosten volgens het Reisbesluit 1971 worden toegekend en vanaf 1 april 1993 volgens het
Reisbesluit binnenland .
4.
De kosten van de commissie worden vergoed voor zover daarvoor door de Minister goedkeuring is gegeven.
Artikel 8. Bekendmaking
Deze beschikking zal worden geplaatst in het officiële publikatieblad van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze beschikking treedt in werking met ingang van de derde dag na de datum van uitgifte van het officiële publikatieblad van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, waarin deze beschikking is geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 1992.
De van onderwijs en wetenschappen ,
directeur voortgezet onderwijs