Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 22 januari 2008, nr. WJZ/2008/452 (8218), inzake de bevoegdheid tot het afgeven van een machtiging als bedoeld in artikel 7 van de Archiefwet 1995 ten behoeve van routinematige digitalisering van archiefbescheiden (Beleidsregel digitale vervanging archiefbescheiden)
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op de artikelen 7 van de Archiefwet 1995, 2, eerste lid, onderdelen c en d, en 6 van het Archiefbesluit 1995 en 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
a.
digitale vervanging: routinematige, digitale vervanging van archiefbescheiden die niet voor vernietiging in aanmerking komen;
Artikel 2. Reikwijdte
Deze beleidsregel heeft betrekking op de wijze waarop de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gebruik maakt van de bevoegdheid tot het afgeven van een machtiging tot vervanging als bedoeld in
artikel 7 van de Archiefwet 1995, voor zover het een wijze van digitale vervanging betreft.
1.
Een machtiging wordt in ieder geval verleend, indien de zorgdrager blijkens een ontwerpvervangingsbesluit voor alle in dat verband te digitaliseren archiefbescheiden:
a.
toepassing zal geven aan:
2°.
een ten behoeve van de aanvraag ingediende beschrijving van de procesmatige en technische inrichting van de voorgenomen vervanging, die ten minste voorziet in de elementen die zijn opgenomen in
paragraaf 1 van de bijlage bij deze beleidsregel en die onder meer dient ter instructie voor de personen die binnen de organisatie belast zijn met taken in het vervangingsproces; en
b.
ten minste zal voldoen aan de technische specificaties die zijn opgenomen in
paragraaf 2 van de bijlage bij deze beleidsregel.
2.
Een machtiging wordt slechts verleend voor de vervanging van archiefbescheiden die:
a.
zijn ontvangen of opgemaakt voorafgaand aan de inwerkingtreding van het vervangingsbesluit, en zaken betreffen die nog niet zijn afgedaan; of
b.
zullen worden ontvangen of opgemaakt in de periode tot en met vijf jaar na de inwerkingtreding van het vervangingsbesluit.
a.
waarvan de waarde als bestanddeel van het cultureel erfgoed geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op de uitwendige vorm;
b.
die als bestanddeel van het culturele erfgoed een symbolische waarde of historische belevingswaarde vertegenwoordigen.
a.
waarvan de authenticiteit of integriteit niet of onvoldoende vaststaat;
b.
die krachtens verdragen of op grond van wettelijke bepalingen in hun oorspronkelijke vorm moeten worden bewaard.
Artikel 5. Inwerkingtreding
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.
Artikel 6. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel digitale vervanging archiefbescheiden.