Beleidsregel experimentele bemanningseisen 1996
Bij de toepassing van artikel 172, tweede lid, van het Schepenbesluit 1965 ten behoeve van het geven van een ontheffing van de diploma- en ervaringseisen in bijzondere gevallen, neemt het Hoofd van de Scheepvaartinspectie, rekening houdend met het bepaalde in het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978, deze beleidsregel in acht.
Onder bijzondere gevallen wordt in elk geval verstaan de toepassing in verband met een op grond van een bemanningsplan afgegeven bemannings-document als bedoeld in artikel 109, derde lid, van het Schepenbesluit 1965, houdende bemanningseisen als bedoeld in artikel 5 van de Wet op de zeevaartdiploma’s en artikel 109 van het Schepenbesluit 1965.
1.
Een verzoek om ontheffing op grond van artikel 172, tweede lid, van het Schepenbesluit 1965, ten behoeve van een bepaalde zeevarende die door zijn werkgever in de gelegenheid wordt gesteld om in een hogere functie dan zijn huidige vaarbevoegdheid toestaat dienst te gaan doen, wordt ingediend door de scheepsbeheerder, die daarbij vermeldt:
–
de naam en geboortedatum van de zeevarende;
–
de naam van het schip waarop die zeevarende dienst doet of gaat doen;
–
voor welke functie ontheffing van de diploma- of diensttijdeisen wordt verzocht.
2.
Een verzoek als bedoeld onder punt 1 kan worden ingewilligd indien de zeevarende, voor wie de ontheffing wordt gevraagd, over een geldig vaarbevoegdheidsbewijs beschikt met een vaarbevoegdheid, genoemd in de linkerkolom van het hierna opgenomen overzicht, en indien voor de functie waarin hij dienst gaat doen, een vaarbevoegdheid is vereist, die niet hoger is dan de in de rechter kolom opgenomen bevoegdheid.
3.
Een ontheffing als bedoeld onder punt 1 wordt voor een periode van ten hoogste twee jaar afgegeven.
4.
Overzicht als bedoeld onder punt 2. Tussen haakjes staat aangegeven de aanduiding van de bevoegdheid waarvan de naam niet verandert, en waarop men wel recht heeft.
1 2 3 A. Vaarbevoegdheden in onbeperkt vaargebied Bevoegheid zoals vermeld op vaarbevoegdheidsbewijs voor zover niet verkregen op grond van SWK of dienstdiploma | Eventueel toe te kennen bevoegdheid |
3e stuurman alle schepen wachtstuurman alle schepen | wachtstuurman alle schepen |
2e stuurman < 6000 GT 2e stuurman < 9000 GT | wachtstuurman alle schepen |
1e stuurman < 2000 GT | 1e stuurman < 3000 GT wachtstuurman alle schepen |
1e stuurman < 6000 GT 1e stuurman < 9000 GT | 1e stuurman alle schepen |
Kapitein < 2000 GT | Kapitein < 3000 GT wachtstuurman alle schepen |
Kapitein < 6000 GT Kapitein < 9000 GT | Kapitein alle schepen |
2e wtk < 3000 kW | wacht wtk alle schepen 2e wtk < 3000 kW |
2e wtk < 6000 kW 2e wtk < 8000 kW | 2e wtk alle schepen |
Hwtk < 1500 kW | Hwtk < 3000 kW |
| wacht wtk alle schepen, en |
| 2e wtk alle schepen (mits MA) |
Hwtk < 3000 kW | (Hwtk < 3000 kW) wacht wtk alle schepen, en 2e wtk alle schepen (mits MA) |
Hwtk < 6000 kW Hwtk < 8000 kW | Hwtk alle schepen |
1e officier < 2000 GT/kW | 1e officier < 3000 GT/kW |
1e officier < 2000 GT | 1e officier alle schepen (mits MA) indien maritiem officier M: 1e officier < 3000 kW |
NB.:
1.
Bevoegdheden toegekend op grond van het schooldiploma SWK blijven zoals deze werden vastgesteld.
2.
Bevoegdheden toegekend op grond van het bezit van een dienstdiploma als bedoeld in de artikelen 23 en 24 van het Besluit zeevaartdiploma’s blijven ongewijzigd.
Officieren die nu nog niet de GMDSS bevoegdheid (Marcom A) hebben behaald worden tot 01-02-1997 in de gelegenheid gesteld middels een verkorte opleiding (en examen) deze bevoegdheid te verwerven. In dit verband wordt er mede op gewezen dat de bevoegdheden welke worden ontleend aan het bezit van respectievelijk RTA, RTB en Marifoon, per 01-02-1999 komen te vervallen.
Bevoegdheden scheepsgezellen
Scheepstechnicus: | (Scheepstechnicus) Sloepgast Gezel |
Geïntegreerd | Sloepgast |
scheepsgezel | Gezel |
Sloepgast | (Sloepgast) |
Scheepskok | (Scheepskok) |
B. Bevoegdheden binnen het gebied tot 30 zeemijlen uit de kust, ten hoogste 12 uur varen van een met name genoemde werkhaven en nooit verder verwijderd dat 6 uur varen van een beschutte haven of rede. Geen vrachtvaart of passagiersvaart. Bevoegheid zoals vermeld op vaarbevoegdheidsbewijs | Eventueel toe te kennen bevoegdheid |
1e stuurman < 500 GT | 1e stuurman < 3000 GT |
1e stuurman < 2000 GT | wachtstuurman alle schepen |
1e stuurman < 6000 GT 1e stuurman < 9000 GT | 1e stuurman alle schepen |
Kapitein < 500 GT Kapitein < 1000 GT Kapitein < 2000 GT | Kapitein < 3000 GT |
Kapitein < 4000 GT | wachtstuurman alle schepen |
Kapitein < 6000 GT Kapitein < 9000 GT | Kapitein alle schepen |
2e wtk < 3000 kW | wacht wtk alle schepen |
2e wtk < 8000 kW | 2e wtk alle schepen |
Hwtk < 1500 kW | wacht wtk alle schepen |
Hwtk < 3000 kW | wacht wtk alle schepen |
Hwtk < 8000 kW | Hwtk alle schepen |
’s-Gravenhage, 22 april 1996
Het
1
Diploma stuurman-werktuigkundige kleine schepen.
2
wtk = scheepswerktuigkundige.
3
hwtk = hoofdwerktuigkundige.
Hoofd van de Scheepvaartinspectie