Beschikking aanwijzing ambtenaren Wet op de gevaarlijke werktuigen
De Minister van Justitie,
1°. aan te wijzen als ambtenaren, belast met de opsporing van overtredingen van voorschriften, gesteld bij of krachtens de
Wet op de gevaarlijke werktuigen , voor zover deze overtredingen economische delicten zijn in de zin van
artikel 1 van de Wet op de economische delicten:
Gelet op de artikelen 1, onder 4°, en 17, eerste lid, onder 2°, van de Wet op de economische delicten
Besluit:
in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Economische Zaken en de Minister van Verkeer en Waterstaat:
a.
de ambtenaren der Arbeidsinspectie, aangewezen krachtens artikel 77 van de Arbeidswet 1919;
b.
de ambtenaren van de Inspectie van de havenarbeid, aangewezen krachtens artikel 17, eerste lid, van de Stuwadoorswet;
c.
de ambtenaren van de Dienst voor het Stoomwezen, met uitzondering van de opsporing van overtredingen van voorschriften gesteld bij of krachtens het
Besluit drukvaten van eenvoudige vorm ;
d.
de ambtenaren van het Staatstoezicht op de Mijnen, die ingevolge
artikel 327 van het Mijnreglement 1964 (Stb. 538) zijn belast met de opsporing van overtredingen van de bij of krachtens dat reglement gestelde voorschriften;
e.
de ambtenaren van de divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, als bedoeld in
artikel 10 van de Schepenwet;
2°. te bepalen dat deze beschikking zal worden geplaatst in de Nederlandse Staatscourant en in werking zal treden op 1 januari 1983
's-Gravenhage, 17 december 1982