Besluit van 27 november 2012 tot aanpassing van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren, het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak en enkele andere besluiten in verband met de herziening van de gerechtelijke kaart (Besluit aanpassing rechtspositionele bepalingen herziening gerechtelijke kaart)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 27 september 2012, nr. 306463;
Gelet op de artikelen 5d, eerste en tweede lid, 5f, vierde lid, 5g, derde lid, 7, derde lid, 9, tweede lid, 19a, 19b en 54 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, 14, vierde lid, 16, eerste en zesde lid, 25, tweede lid, 66, vijfde en zesde lid, 67, vijfde en zesde lid, 73, derde lid, 86, achtste lid, en 145 van de Wet op de rechterlijke organisatie, 3 van de Beroepswet, 4 van de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, 79, vierde lid, van de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005 en 5a van de Militaire Ambtenarenwet 1931;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 oktober 2012, nr. W03.12.0393/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 21 november 2012, nr. 325075;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I
[Wijzigt het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren.]
Artikel II
[Wijzigt het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak.]
Artikel III
[Wijzigt het Besluit beëdiging en vergoeding buitengriffiers en waarnemend griffiers.]
Artikel IV
[Wijzigt het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren.]
Artikel V
[Wijzigt het Besluit uitoefening rechtspositionele bevoegdheden gerechtsambtenaren en ambtenaren bureau Raad voor de rechtspraak.]
Artikel VI
[Wijzigt het Kostuum- en titulatuurbesluit rechterlijke organisatie.]
Artikel VII
[Wijzigt het Reglement voor de bijzondere kamer bij het gerechtshof te Arnhem.]
Artikel VIII
[Wijzigt het Reglement voor de ondernemingskamer.]
Artikel IX
Degenen voor wie op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit is vastgesteld dat zij het ambt van fungerend hoofdofficier vervullen bij het arrondissementsparket te Haarlem, onderscheidenlijk het arrondissementsparket te ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk het arrondissementsparket te Zwolle-Lelystad en uit dien hoofde een salaris ontvangen van € 8412,44 of € 8685,54 per maand, vermenigvuldigd met de voor hen geldende arbeidsduurfactor, en voor wie ingevolge artikel CXI, vierde lid, van de Wet herziening gerechtelijke kaart de benoeming van rechtswege wordt gewijzigd in een benoeming als plaatsvervangend hoofdofficier van justitie en van rechtswege wordt vastgesteld dat zij hun ambt vervullen bij het arrondissementsparket Noord-Holland, het arrondissementsparket Oost-Brabant, onderscheidenlijk het arrondissementsparket Midden-Nederland, ontvangen, in afwijking van artikel 5, eerste lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en de in dat artikel bedoelde bijlage bij dat besluit , een salaris van € 8685,54 per maand, vermenigvuldigd met de voor hen geldende arbeidsduurfactor, voor zolang zij het ambt van plaatsvervangend hoofdofficier van justitie bij een parket, niet zijnde het arrondissementsparket Amsterdam, Den Haag, Oost-Nederland of Rotterdam, het landelijk parket of het functioneel parket, vervullen.
Artikel X
Degenen voor wie op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit is vastgesteld dat zij het ambt van senior raadsheer vervullen bij het gerechtshof te Arnhem of Leeuwarden, onderscheidenlijk het gerechtshof te ’s-Gravenhage, onderscheidenlijk het gerechtshof te Amsterdam, onderscheidenlijk het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch, onderscheidenlijk de Centrale Raad van Beroep, onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven, en uit dien hoofde ingevolge artikel V, vierde lid, van de Wet tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur voor rechterlijke ambtenaren een salaris ontvangen van € 8 412,44 of € 8 685,54 per maand, vermenigvuldigd met de voor hen geldende arbeidsduurfactor, ontvangen in afwijking van artikel 5, eerste lid, van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en de in dat artikel bedoelde bijlage bij dat besluit , een salaris van € 8 685,54 per maand, vermenigvuldigd met de voor hen geldende arbeidsduurfactor, voor zolang zij het ambt van senior raadsheer vervullen bij een gerechtshof, de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven.
1.
Voor de toepasselijkheid van artikel 16, eerste lid, vierde volzin, van de Wet op de rechterlijke organisatie wordt onder salarishoogte behorende bij de functie van voorzitter of ander rechterlijk lid, indien het personen betreft die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit ingevolge artikel 1, vijfde of zesde lid, van het Besluit rechtspositie leden gerechtsbesturen en Raad voor de rechtspraak, zoals dat op dat moment luidde, een salaris ontvingen van € 8 685,54 per maand, vermenigvuldigd met de voor hen geldende arbeidsduurfactor, verstaan: een salarishoogte van € 8 685,54 per maand, vermenigvuldigd met de voor hen geldende arbeidsduurfactor.
2.
Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op personen die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit ingevolge artikel 16, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie een toelage ontvingen gelijk aan het verschil tussen het salaris dat betrokkene overeenkomstig het bepaalde bij en krachtens artikel 7 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren geniet en een bedrag van € 8 685,54 per maand.
Artikel XII
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en werkt wat artikel III betreft terug tot en met 1 januari 2011.
Artikel XIII
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanpassing rechtspositionele bepalingen herziening gerechtelijke kaart.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 27 november 2012
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Uitgegeven de dertigste november 2012
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Inhoudsopgave
Artikel I
Artikel II
Artikel III
Artikel IV
Artikel V
Artikel VI
Artikel VII
Artikel VIII
Artikel IX
Artikel X
Artikel XI
Artikel XII
Artikel XIII
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht