Besluit van 24 december 1997 tot het vaststellen van nadere regels inzake registraties die worden aangemerkt als gezamenlijke huishouding (Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 november 1997, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/AVF/97/4557;
Gelet op artikel 3, vijfde lid, van de Algemene bijstandswet, artikel 3, vijfde lid, van de Algemene nabestaandenwet, artikel 1, zesde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 1, zesde lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, artikel 3, vijfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, artikel 3, vijfde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, artikel 1, zesde lid, van de Toeslagenwet, artikel 1, zesde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jongehandicapten, artikel 1, zesde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, artikel 1, zesde lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekeringen zelfstandigen, artikel 1, zesde lid, van de Wet voorzieningen gehandicapten en artikel 1, zesde lid, van de Ziektewet;
De Raad van State gehoord (advies van 17 december 1997, nr. W12.97.0732);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 december 1997, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/AVF/97/5412;
Hebben goedgevonden en verstaan:
a.
ANW:
Algemene nabestaandenwet ;
b.
AOW:
Algemene Ouderdomswet ;
c.
IOAW:
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers ;
d.
IOAZ:
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen ;
f.
Wajong:
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten ;
g.
WAO:
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ;
h.
WAZ:
Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen ;
i.
Wet WIA:
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen ;
j.
Wmo 2015:
Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 ;
l.
IOW:
Wet inkomensvoorziening oudere werklozen .
1.
Als registraties als bedoeld in
artikel 2 worden aangewezen de registratie als:
a.
duurzame gezamenlijke huishouding op grond van:
1.
de
Wet langdurige zorg ;
2.
de
Wet inkomstenbelasting 2001 ;
3.
de
Wet op de loonbelasting 1964 ;
4.
de
Wet op de studiefinanciering ;
4a.
de
Wet studiefinanciering 2000 ;
5.
de
Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 ;
6.
de
Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 .
b.
gezamenlijke huishouding op grond van:
d.
gemeenschappelijke huishouding op grond van:
1.
de
Successiewet 1956 ;
2.
een verblijfsrecht ingevolge de
Vreemdelingenwet 2000 voor verblijf bij partner;
e.
duurzame relatie op grond van de
Rijkswet op het Nederlanderschap .
2.
Een registratie als bedoeld in het eerste lid is aanwezig gedurende de periode waarin bij de toepassing van de in dat lid genoemde wetten op enig moment rechtsgevolgen worden verbonden aan het bestaan van een duurzame gezamenlijke huishouding, een gezamenlijke huishouding, een duurzame gemeenschappelijke huishouding, een gemeenschappelijke huishouding respectievelijk een duurzame relatie.
Participatiewet , AOW , IOAW , IOAZ , IOW , TW , Wajong , WAO , WAZ , Wet WIA , Wmo 2015 en ZW van Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998">Artikel 4. Bijzondere bepalingen in verband met de Participatiewet , AOW , IOAW , IOAZ , IOW , TW , Wajong , WAO , WAZ , Wet WIA , Wmo 2015 en ZW
Voor de toepassing van
artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, van de Participatiewet,
artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de AOW,
artikel 3, tweede tot en met zesde lid, van de IOAW,
artikel 3, tweede tot en met zesde lid, van de IOAZ,
artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de TW,
artikel 1:1, derde tot en met het zevende lid, van de Wajong,
artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de WAO,
artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de WAZ,
artikel 2, tweede tot en met zesde lid, van de Wet WIA,
artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de Wmo,
artikel 1, derde tot en met zevende lid, van de ZW en
artikel 2, tweede tot en met zesde lid, van de IOW wordt een registratie als bedoeld in
artikel 3 in aanmerking genomen indien deze:
a.
bij de aanvraag van bijstand, uitkering of voorziening bestaat;
b.
in een periode van twee jaar voorafgaand aan de aanvraag van bijstand, uitkering of voorziening op enig moment heeft bestaan; dan wel
c.
gedurende de verlening van bijstand, uitkering of voorziening plaatsvindt.
a.
bestaat op de dag van overlijden van degene met wie een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd dan wel in de periode van twee jaar voorafgaande aan deze dag op enig moment heeft bestaan;
b.
plaatsvindt gedurende de verlening van nabestaandenuitkering.
Artikel 6. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag waarop de artikelen XVII tot en met XXXII van het bij koninklijke boodschap van 29 september 1997 ingediende voorstel van wet houdende nadere wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten en enige andere wetten, houdende wijziging/intrekking van de
Wet Werkloosheidsvoorziening , eenvormige definiëring van de term gezamenlijke huishouding en technische alsmede enige andere wijzigingen (
Veegwet SZW 1997 ; kamerstukken 25 641) in werking treden.
Artikel 7. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing registraties gezamenlijke huishouding 1998.
Het Oude Loo, 24 december 1997
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de dertigste december 1997
De Minister van Justitie,