Besluit aanwijzing toezichthouders en autoriteiten Caribisch Nederland Infrastructuur en Milieu
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 14, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, artikel 14, derde lid, van de Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES, artikel 15a, eerste lid, van de Vaartuigenwet 1930 BES en de artikelen 37, vierde lid, en 51, eerste lid, van de Wet maritiem beheer BES;
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder Rijksdienst Caribisch Nederland:het organisatieonderdeel van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bedoeld in het
Organisatie- en mandaatbesluit BZK-BES .
Artikel 2
Als ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van de
Wet voorkoming verontreiniging door schepen , voor zover van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en de
Vaartuigenwet 1930 BES worden aangewezen de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport en de scheepvaartinspecteurs, werkzaam bij de Rijksdienst Caribisch Nederland in voornoemde openbare lichamen.
Artikel 3
Als ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving van de
Wet maritiem beheer BES en de
Wet voorkoming van verontreiniging door schepen BES worden aangewezen de scheepvaartinspecteurs, werkzaam bij de Rijksdienst Caribisch Nederland in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de ambtenaren van de Inspectie Leefomgeving en Transport en de ambtenaren van het directoraat-generaal Rijkswaterstaat.
Artikel 5
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders en autoriteiten Caribisch Nederland Infrastructuur en Milieu
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.