Besluit van 12 december 1986, houdende aanwijzing van Ministers betrokken bij aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Meststoffenwet
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en Visserij van 6 oktober 1986, nr. J. 6794, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Overwegende dat het wenselijk is vast te stellen met welke Ministers overeenstemming dient te worden bereikt alvorens over te gaan tot het aanwijzen van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de Meststoffenwet ( Stb. 1986, 598);
Gelet op artikel 26 van de Meststoffenwet;
De Raad van State gehoord (advies van 5 november 1986, no. W11.86.0522);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw en Visserij, van 11 december 1986, nr. J.8083, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De aanwijzing van ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens de
Meststoffenwet ( Stb. 1986, 598) bepaalde geschiedt door Onze Minister van Landbouw en Visserij in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
2.
Het kan worden aangehaald als "Besluit aanwijzing van Ministers betrokken bij aanwijzing toezichthoudende ambtenaren Meststoffenwet".
's-Gravenhage, 12 december 1986
De Minister van Landbouw en Visserij,
Uitgegeven de achttiende december 1986
De Minister van Justitie,