Besluit van 24 juni 1998, houdende regels inzake de vergunning tot arbeidsbemiddeling (Besluit arbeidsbemiddeling)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 maart 1998, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/ARV/98/575;
Gelet op artikel 4 van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs;
De Raad van State gehoord (advies van 19 maart 1998, no. W12.98.0086);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni 1998, Directie Arbeidsmarkt, nr. AM/ARV/98/865;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder wet:
Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs .
1.
Na een herhaling van een overtreding wordt een waarschuwing gegeven als bedoeld in
artikel 22, eerste lid, van de wet en indien een herhaling van die overtreding is geconstateerd als bedoeld in dat artikel van de wet, wordt een bevel opgelegd door de daartoe aangewezen ambtenaar dat de door hem aangewezen werkzaamheden voor een daarbij aangegeven periode worden stilgelegd dan wel niet mogen aanvangen.
2.
Indien een ernstige overtreding is geconstateerd, wordt in afwijking van het eerste lid, een waarschuwing als bedoeld in
artikel 22, eerste lid, van de wet gegeven bij de eerste overtreding en wordt, indien opnieuw een ernstige overtreding is geconstateerd, een bevel opgelegd door de daartoe aangewezen ambtenaar dat de door hem aangewezen werkzaamheden voor een daarbij aangegeven periode worden stilgelegd dan wel niet mogen aanvangen.
3.
Als ernstige overtreding als bedoeld in het tweede lid wordt aangemerkt de overtreding waarbij ten minste 20 ter beschikking gestelde arbeidskrachten zijn betrokken.
4.
Indien de aard van de overtreding of de met de overtreding samenhangende omstandigheden dan wel de gevolgen van een stillegging van de werkzaamheden daartoe aanleiding geven, kan worden afgezien van een waarschuwing als bedoeld in het eerste en tweede lid en kan worden afgezien van een bevel als bedoeld in het eerste en tweede lid.
's-Gravenhage, 24 juni 1998
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de dertigste juni 1998
De Minister van Justitie,