Besluit van 10 maart 2010, houdende vaststelling van het eedformulier voor de Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en Sint Maarten (Besluit beëdiging Gevolmachtigde Ministers)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 12 januari 2010, nr. 2010-0000002299, CZW/WSG;
Gelet op artikel 9 van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden;
De Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 3 februari 2010, nr. W04.10.0010/I/K));
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 3 maart 2010, nr. 2010-0000136599;
De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in acht genomen zijnde;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Het formulier van de eed (verklaring en belofte) die de Gevolmachtigde Minister van Aruba ingevolge
artikel 9 van het Statuut voor het Koninkrijk aflegt alvorens zijn betrekking te aanvaarden, luidt als volgt:
«Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot Gevolmachtigde Minister te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Staatsregeling van Aruba.
Ik zweer (beloof) dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt, getrouw zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)»
Artikel 2
Het formulier van de eed (verklaring en belofte), die de Gevolmachtigde Minister van Curaçao ingevolge
artikel 9 van het Statuut voor het Koninkrijk aflegt alvorens zijn betrekking te aanvaarden, luidt als volgt:
«Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot Gevolmachtigde Minister te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Staatsregeling van Curaçao.
Ik zweer (beloof) dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt, getrouw zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)»
Artikel 3
Het formulier van de eed (verklaring en belofte), die de Gevolmachtigde Minister van Sint Maarten ingevolge
artikel 9 van het Statuut voor het Koninkrijk aflegt alvorens zijn betrekking te aanvaarden, luidt als volgt:
«Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot Gevolmachtigde Minister te worden benoemd, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Staatsregeling van Sint Maarten.
Ik zweer (beloof) dat ik de plichten die mijn ambt mij oplegt, getrouw zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God Almachtig! (Dat verklaar en beloof ik!)»
Artikel 4
Het
Koninklijk besluit van 10 maart 1955, houdende vaststelling van het eedformulier voor de Gevolmachtigde Minister van de Nederlandse Antillen (Stb. 1955, 91), wordt ingetrokken.
Artikel 6
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit beëdiging Gevolmachtigde Ministers.
’s-Gravenhage, 10 maart 2010
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Uitgegeven de drieëntwintigste maart 2010
De Minister van Justitie,