Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Douane
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
In dit besluit, het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Douane worden beleidsregels gegeven bij het opleggen van bestuurlijke boeten op grond van de
Algemene douanewet (hierna: Adw).
1.
Met betrekking tot de in de
artikelen 9:1,
9:2,
9:3 en
9:4 Adw geregelde beboetbare feiten legt de inspecteur een verzuimboete op van € 125.
2.
Een verzuimenreeks is niet van toepassing.
3.
In uitzonderlijke gevallen kan een boete tot het wettelijk maximum worden opgelegd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie waarin belanghebbende stelselmatig met betrekking tot hetzelfde beboetbare feit in verzuim is.
4.
Bij de beboetbare feiten van de
artikelen 9:1,
9:2, eerste lid en
9:4 Adw kan de inspecteur zowel een verzuimboete opleggen aan de persoon die de formaliteiten moet vervullen als aan degene aan wiens toedoen het beboetbare feit kan worden toegeschreven.
Bij de beboetbare feiten van
artikelen 9:2, tweede lid Adw kan de inspecteur zowel een verzuimboete opleggen aan degene die de goederen in strijd met artikel 355, tweede lid van de toepassingsverordening Communautair Douanewetboek (verder Tvo CDW) vervoert, of in strijd met artikel 356 Tvo CDW niet tijdig aanbrengt als aan degene aan wiens toedoen het beboetbare feit kan worden toegeschreven.
1.
Met betrekking tot de in de
artikelen 9:1,
9:2,
9:3 en
9:4 Adw geregelde beboetbare feiten kan de inspecteur een vergrijpboete opleggen indien het beboetbare feit heeft geleid tot een douaneschuld die meer bedraagt dan € 300 aan rechten bij invoer en sprake is van opzet of grove schuld.
2.
In geval van grove schuld legt de inspecteur een vergrijpboete op van 25 procent.
3.
In geval van opzet legt de inspecteur een vergrijpboete op van 50 procent.
4.
Indien aan meer dan een persoon een boete kan worden opgelegd in de zin van de
artikelen 9:1,
9:2,
9:3 en
9:4 van de Adw, kan de inspecteur aan elk van de personen aan wie opzet of grove schuld te wijten is, een vergrijpboete opleggen.
1.
Met betrekking tot de in de
artikelen 6:1,
6:2 en
6:3 Adb geregelde beboetbare feiten legt de inspecteur een verzuimboete op van € 125.
2.
Een verzuimenreeks is niet van toepassing.
3.
In uitzonderlijke gevallen kan een boete tot het maximum zoals genoemd in het
Adb worden opgelegd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie waarin belanghebbende stelselmatig met betrekking tot hetzelfde beboetbare feit in verzuim is.
1.
Met betrekking tot de in de
artikelen 10:1,
10:2 en
10:3 Adr geregelde beboetbare feiten legt de inspecteur een verzuimboete op van € 50.
2.
Een verzuimenreeks is niet van toepassing.
3.
In uitzonderlijke gevallen kan een boete tot het maximum zoals bedoeld in de
Adr worden opgelegd. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de situatie waarin belanghebbende stelselmatig met betrekking tot hetzelfde beboetbare feit in verzuim is.
1.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst/Douane.
2.
De citeertitel kan worden afgekort tot: BBBB/D.
1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2008.
Den Haag, 9 september 2008
directeur-generaal Belastingdienst