Bij wijziging van de titel van opsporingsbevoegdheid, de opsomming van de feiten tot welke opsporing de buitengewoon agent van politie ingevolge zijn titel bevoegd is en het grondgebied waarvoor de opsporing geldt, behoeven de eden, verklaringen en beloften niet opnieuw te worden afgelegd indien de akte van beëdiging overeenkomstig artikel 21 is aangepast.
In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, worden de afgelegde eden, verklaringen of beloften geacht te zijn afgelegd voor de opsporing van de feiten in de gewijzigde akte van beëdiging.
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.