Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2011. U leest nu de tekst die gold op -.

Artikel 40 Besluit buitengewone agenten van politie 1966 BES

Uitgebreide informatie
1.
Buiten de gevallen bij dit besluit bepaald kan de buitengewoon agent van politie worden ontslagen op grond van:
a. het verlies van een vereiste voor de aanstelling, gesteld bij een regeling aan de aanstelling voorafgegaan zijnde, tenzij het vereiste alleen voor de aanvang van het ambt geldt;
b. een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak waarbij de buitengewoon agent van politie onder curatele is gesteld;
c. het ondergaan van lijfsdwang wegens schulden krachtens een onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak;
d. een onherroepelijk geworden veroordeling tot een vrijheidsstraf wegens misdrijf;
e. onbekwaamheid of ongeschiktheid voor het door hem beklede ambt, anders dan op grond van ziels of lichaamsgebreken;
f. het bij of in verband met de aanstelling verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen, zonder welke handelwijze niet tot aanstelling of goedkeuring zou zijn overgegaan, tenzij de buitengewoon agent van politie aannemelijk maakt dat hij te goeder trouw heeft gehandeld.
2.
Een ontslag op grond van het eerste lid, onder a en e wordt steeds eervol verleend.
3.
Een ontslag, bedoeld in het eerste lid, kan niet eerder ingaan dan de dag volgende op die waarop de reden van het ontslag voor het eerst aanwezig was.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Aanstelling en titel van opsporingsbevoegdheid
+ Hoofdstuk 3. Bezoldiging en beëdiging
+ Hoofdstuk 4. Instructie
+ Hoofdstuk 5. Opleidings- en trainingsvereisten
+ Hoofdstuk 6. Straffen
- Hoofdstuk 7. Schorsing en ontslag
+ Hoofdstuk 8. Het toezicht
+ Hoofdstuk 9. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht