1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
b.
toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden: de door Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, of, voor wat betreft de buitengewoon agent van politie werkzaam bij de Koninklijke marechaussee, de door Onze Minister van Defensie samengestelde toets ter beoordeling van aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden;
c.
toets geweldsbeheersing: de door Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of, voor wat betreft de buitengewoon agent van politie werkzaam bij de Koninklijke marechaussee, de door Onze Minister van Defensie samengestelde toets ter beoordeling van de kennis op het gebied van geweldbeheersing;
d.
toets schietvaardigheid: de door Onze Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties of, voor wat betreft de buitengewoon agent van politie werkzaam bij de Koninklijke marechaussee, de door Onze Minister van Defensie samengestelde toets ter beoordeling van de schietvaardigheid;
e.
toetser: de ambtenaar die heeft voldaan aan de daartoe strekkende opleiding en is gecertificeerd om de toets geweldbeheersing, de toets aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden of de toets schietvaardigheid af te nemen;
g.
Onze Minister: Onze Minister van Justitie;
h.
de toezichthouder: degene die op grond van
artikel 46, tweede lid, als toezichthouder van de buitengewone agenten van politie is aangewezen;
i.
de direct toezichthouder: degene die op grond van
artikel 46, derde lid, als direct toezichthouder van de buitengewone agenten van politie is aangewezen;
j.
werkgever: de werkgever van de buitengewoon agent van politie;
k.
grondgebied: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
2.
Onder grondgebied wordt mede verstaan de territoriale zee van het Koninkrijk in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de aansluitende zone en het overige zeegebied in de Carïbische zee, voor zover het volkenrecht en het interregionale recht dit toelaat.