Besluit van 17 januari 2011, houdende regels met betrekking tot het elektronisch proces-verbaal (Besluit elektronisch proces-verbaal)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 29 september 2010, nr. 5669201/10/6;
Gelet op artikel 153, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;
De Raad van State gehoord (advies van 3 december 2010, nr. W03.10.0476/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 22 december 2010, nr. 5678816/10/6;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
In dit besluit wordt verstaan onder:
b.
validatie: vaststelling van de geldigheid van een elektronische handtekening, door het verifiëren van de geldigheid van het certificaat gerelateerd aan het moment van ondertekening en het verifiëren van de ongewijzigde staat van het document aan de hand van de ondertekening;
e.
elektronische dagtekening: een tijdstempel dat de datum en het tijdstip vermeldt van het moment van ondertekenen van een elektronisch proces-verbaal en dat is afgegeven overeenkomstig geldende normen en standaarden;
f.
certificaat, gekwalificeerd certificaat, certificatiedienstverlener en veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen: het certificaat, het gekwalificeerd certificaat, de certificatiedienstverlener, respectievelijk het veilig middel voor het aanmaken van elektronische handtekeningen, bedoeld in
artikel 1.1, onderdelen ss, tt, uu, respectievelijk ww, van de Telecommunicatiewet.
g.
verantwoordelijke: het hoofd van de organisatie waar een ambtenaar werkzaam is die een elektronisch proces-verbaal opmaakt, langs elektronische weg omzet of ontvangt.
2.
Onder omzetting langs elektronische weg wordt verstaan het vervangen door een elektronische reproductie, teneinde de aldus vervangen bescheiden te vernietigen als bedoeld in
artikel 7 van de Archiefwet 1995.
Artikel 2
Een elektronisch proces-verbaal is voorzien van een elektronische dagtekening en een gekwalificeerde elektronische handtekening, in een documentformaat dat voldoet aan het bij of krachtens de
Archiefwet 1995 bepaalde.
1.
In aanvulling op de gegevens die op grond van
artikel 3 van het Besluit elektronische handtekeningen in het gekwalificeerd certificaat zijn opgenomen, worden gegevens opgenomen over de organisatie waar de ambtenaar, aan wie het betreffende certificaat is afgegeven, werkzaam is.
2.
De eisen van
artikel 6 van het Archiefbesluit 1995 zijn van overeenkomstige toepassing op een digitaal afschrift van het proces-verbaal, met dien verstande dat het originele proces-verbaal niet wordt vernietigd.
1.
De verantwoordelijke bewaart over de elektronische handtekening en dagtekening de in de
bijlage bij dit besluit omschreven gegevens met het oog op de validatie.
2.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden tezamen met het elektronisch proces-verbaal bewaard gedurende de periode van bewaring van het elektronisch proces-verbaal.
3.
De gegevens, bedoeld in het tweede lid, worden op zodanige wijze bewaard dat op ieder moment de ongewijzigde staat daarvan kan worden aangetoond.
1.
De verantwoordelijke die een elektronisch proces-verbaal heeft ontvangen verzendt onmiddellijk een bevestiging van ontvangst aan de verantwoordelijke die dit proces-verbaal heeft verzonden.
2.
De verantwoordelijke die het elektronisch proces-verbaal heeft verzonden bewaart de bevestiging van ontvangst, bedoeld in het eerste lid, gedurende een periode van vijf jaar.
3.
De verantwoordelijke die een elektronisch proces-verbaal heeft ontvangen, zorgt ervoor dat dit onverwijld wordt gevalideerd.
4.
Indien de validatie uitwijst dat de gecontroleerde waarden niet overeen komen, dan wordt dit onverwijld bericht aan de verantwoordelijke, die het elektronisch proces-verbaal heeft verzonden.
5.
De verantwoordelijke, die een elektronisch proces-verbaal heeft verzonden en aan wie een bericht is verzonden dat de gecontroleerde waarden niet overeen komen of dat een digitaal afschrift geen identieke weergave vormt van het proces-verbaal, is gehouden te voorzien in een elektronisch proces-verbaal dan wel een digitaal afschrift, overeenkomstig de eisen van dit besluit.
1.
De verantwoordelijke treft technische en organisatorische maatregelen om het elektronisch proces-verbaal en de gegevens, bedoeld in de
artikelen 5 en
6, te beveiligen tegen misbruik, verlies, of onrechtmatige verwerking. Deze maatregelen garanderen, rekening houdend met de stand van de techniek en de kosten van de tenuitvoerlegging, een passend beveiligingsniveau, gelet op de risico’s die de verwerking en de aard van de gegevens met zich meebrengen.
2.
Het elektronisch proces-verbaal en de gegevens, bedoeld in de
artikelen 5 en
6, zijn uitsluitend toegankelijk voor personen die daarvoor zijn geautoriseerd.
Artikel 8
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit elektronisch proces-verbaal.
Artikel 9
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
’s-Gravenhage, 17 januari 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Uitgegeven de zesentwintigste januari 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,