Besluit van het Productschap Vee en Vlees van 10 december 2008, houdende erkenningsvoorwaarden voor privaatrechtelijke kwaliteitssystemen met betrekking tot monitoring kritische stoffen bij varkens (Besluit erkenningsvoorwaarden kwaliteitssystemen monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008)
Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;
Gelet op artikel 104, derde lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 8, derde lid, van de Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008;
1.
In dit besluit wordt aangesloten bij de definities, zoals gegeven in de
Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008 .
2.
Voorts wordt verstaan onder:
a.
verordening :
Verordening monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008 ;
b.
bijlage :
bijlage bij de verordening ;
c.
raad : Wetenschappelijke Raad Varkens;
d.
deelnemer : deelnemer aan een erkend kwaliteitssysteem;
e.
CI : Certificerende Instantie.
2.
Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid, gaat vergezeld van:
a.
een omschrijving van het kwaliteitssysteem;
b.
de risicoanalyse zoals opgesteld uit hoofde van het kwaliteitssysteem;
e.
schriftelijke gegevens ten bewijze van het voldoen aan de voorwaarden voor erkenning, bedoeld in
paragraaf 4.
1.
Alvorens een erkenning te verlenen, laat de voorzitter een toets uitvoeren waarbij zowel de opzet als de werking van het kwaliteitssysteem wordt getoetst op conformiteit met het bij of krachtens de
verordening bepaalde.
2.
De in het vorige lid bedoelde toets wordt uitgevoerd door een door de voorzitter aangewezen organisatie of deskundige.
3.
De kosten van de behandeling van de aanvraag en de uitvoering van de toets, bedoeld in het vorige lid, zijn voor rekening van de regelinghouder en bedragen ten hoogste € 5.000.
1.
Deelname aan het kwaliteitssysteem is mogelijk op vrijwillige basis, door middel van een schriftelijke overeenkomst met de regelinghouder of een certificerende instantie, waarbij de deelnemer zich verbindt het bepaalde bij of krachtens het kwaliteitssysteem na te leven.
2.
De regelinghouder draagt ervoor zorg dat alle gecertificeerde deelnemers van het kwaliteitssysteem, bij het productschap worden aangemeld, ter registratie in het register monitoring kritische stoffen, als bedoeld in
artikel 4, eerste lid, van de verordening.
1.
Het kwaliteitssysteem biedt voldoende waarborgen ter voorkoming van illegale behandelingen, voor de afwezigheid van niet-toegestane stoffen en voor de afwezigheid van residuen als bedoeld in de
bijlage van de verordening boven de toegestane maximumwaarden.
2.
In het bijzonder bevat het kwaliteitssysteem voldoende waarborgen ten aanzien van de naleving door deelnemers van wettelijke normen, waaronder in ieder geval:
a.
de
verordening , alsmede de
bijlage van de verordening ;
b.
de
Regeling identificatie en registratie van dieren 2003 .
1.
Het kwaliteitssysteem beschikt over een handboek met betrekking tot de controle- en analysestrategie dat in ieder geval de navolgende onderdelen bevat:
a.
de te hanteren controlestrategie, inclusief intensiteit en wijze van bemonstering;
b.
de te hanteren analysestrategie inclusief het gebruik van gepoolde monsters, stof-matrix-combinaties enz.; en
c.
de te hanteren minimale analytische prestaties (detectiegrenzen) voor de te analyseren stoffen, rekening houdend met de analyse strategie en de relevante MRL's.
2.
De regelinghouder draagt ervoor zorg dat:
a.
CI's die binnen het kwaliteitssysteem werkzaam zijn, voor het kwaliteitssysteem zijn geaccrediteerd volgens de norm NEN-EN 45011;
b.
controle-activiteiten worden uitgevoerd onder het accreditaat voor de norm NEN-EN-ISO/IEC 17020 of direct onder het accreditaat voor de norm NEN-EN 45011;
c.
acceptatie van het certificatieschema van de regelinghouder door de Raad voor Accreditatie plaatsvindt of verificatie van het certificatieschema van de regeling houder door de CI;
d.
de monstername op de afwezigheid van niet-toegestane stoffen onaangekondigd plaatsvindt;
e.
de bemonsterde varkens door of namens de CI uniek geïdentificeerd en geregistreerd worden;
f.
op de CI's in het kader van hun accreditaat toezicht wordt uitgeoefend door de Raad voor Accreditatie en de toetsresultaten van dit toezicht beschikbaar zijn voor de voorzitter en de door hem aangewezen instanties;
h.
medewerking wordt verleend aan controles uitgevoerd door de Raad voor Accreditatie, de voorzitter of een door hem aangewezen toetsinstantie ter toetsing van het kwaliteitssysteem aan de in dit besluit gestelde voorwaarden.
1.
Het kwaliteitssysteem beschikt over een informatieprotocol waarin is vastgelegd dat:
a.
krachtens het kwaliteitssysteem registratie plaatsvindt van voor de certificering van houders en be- of verwerkers relevante informatie en specifieke bedrijfsgebonden gegevens, alsmede van alle andere gegevens die van belang kunnen zijn voor controle op het kwaliteitssysteem door de voorzitter of de door hem aangewezen toetsinstantie;
b.
onverwijld melding plaatsvindt aan de voorzitter, de raad en aan de overheidsinstanties van binnen het kwaliteitssysteem geconstateerde overtredingen van wettelijke normen of van overtredingen of gebreken die een gevaar kunnen vormen voor de volksgezondheid;
c.
periodiek beheersverslagen aan de voorzitter worden overgelegd waarin een overzicht wordt gegeven van de uitgevoerde controles en de resultaten daarvan en dat wordt afgesloten met een jaarverslag; tevens worden verslagen van de Raad voor Accreditatie aan de voorzitter overgelegd.
2.
De regelinghouder draagt ervoor zorg dat aan het informatieprotocol, bedoeld in het eerste lid, volledig uitvoering wordt gegeven.
1.
Onderdeel van het kwaliteitssysteem is een reglement waarin de werkwijze met betrekking tot de certificering van houders of be- of verwerkers wordt vastgelegd.
2.
Onderdeel van het kwaliteitssysteem is een handboek, waarin de door de deelnemers na te leven voorschriften zijn opgenomen, waaronder in het bijzonder:
b.
indien van toepassing, voorschriften voor de be- of verwerker omtrent het treffen van maatregelen dat gevonden overschrijdingen van residuen als bedoeld in de bijlage worden overgelegd aan de regelinghouder en de betrokken houder;
c.
voorschriften omtrent het voeren van een voor het kwaliteitssysteem inzichtelijke administratie waaruit blijkt dat het handboek in acht wordt genomen en waarin de aankoop en het verbruik van diergeneesmiddelen alsmede de aankoopfacturen van diervoeder zijn geregistreerd;
d.
voorschriften omtrent het toestaan van en het verlenen van medewerking aan (onaangekondigde) controles die krachtens het kwaliteitssysteem worden uitgevoerd;
e.
voorschriften omtrent het verlenen van expliciete toestemming door deelnemers voor registratie van bedrijfsgegevens, voorzover deze toestemming krachtens enig wettelijk voorschrift is vereist;
f.
voorschriften omtrent het niet afvoeren van varkens of producten van varkens, waarvan monsters zijn genomen, zolang de uitslag daarvan niet bekend is.
3.
Het in het eerste lid bedoelde reglement bevat passende maatregelen die krachtens het kwaliteitssysteem jegens deelnemers kunnen worden getroffen bij constatering van inbreuk op het handboek en borgt dat, tenzij bij of krachtens enig wettelijk voorschrift niet toegestaan, toegepaste maatregelen openbaar kunnen worden gemaakt.
1.
De regelinghouder draagt ervoor zorg dat het beheer en de uitvoering van het kwaliteitssysteem volledig in overeenstemming plaatsvindt met de voorwaarden waaronder de erkenning, bedoeld in
artikel 3, eerste lid, is verleend.
2.
De regelinghouder rapporteert maandelijks de resultaten van de monitoring kritische stoffen aan het productschap.
Artikel 11
De regelinghouder verleent volledige medewerking aan de uitvoering van de controles en toetsen die krachtens deze verordening worden uitgevoerd en zorgt ervoor dat de in het kwaliteitssysteem werkzame instanties alsmede deelnemers aan het kwaliteitssysteem, volledige medewerking verlenen.
Artikel 12
De regelinghouder stelt op verzoek (aangewezen) monsters beschikbaar voor nader onderzoek en analyse onder auspiciën van de Wetenschappelijke Raad Varkens. De regelinghouder heeft hiervoor in het handboek voorschriften voor de deelnemers opgenomen.
Artikel 13
De regelinghouder bewaart gedurende een periode van ten minste twee jaren op een voor de voorzitter en de door hem aangewezen toetsinstanties toegankelijke wijze alle gegevens die naar het oordeel van de voorzitter voor een beoordeling van het kwaliteitssysteem noodzakelijk zijn, waaronder tenminste de gegevens die betrekking hebben op het beheer en de uitvoering van het kwaliteitssysteem.
1.
Indien de
verordening of een hierop gebaseerd besluit wordt gewijzigd, wordt het kwaliteitssysteem alsmede de hierop gebaseerde uitvoering, onverwijld hiermee in overeenstemming gebracht.
2.
Relevante wijzigingen in het kwaliteitssysteem, niet zijnde wijzigingen als bedoeld in het eerste lid, worden onverwijld schriftelijk gemeld aan de voorzitter.
1.
De voorzitter kan, teneinde na te gaan of het erkende kwaliteitssysteem voldoet aan het bepaalde in dit besluit, periodiek of onaangekondigd controles laten uitvoeren.
3.
Indien de resultaten van de in het tweede lid bedoelde toets afwijkingen te zien geven, worden deze door de regelinghouder, ten genoege van de voorzitter, opgenomen in een plan van aanpak dat een procedure bevat gericht op het herstellen van de afwijkingen.
4.
De in het derde lid bedoelde afwijkingen worden, niettegenstaande
artikel 17, binnen een door de voorzitter gestelde termijn en bij gebreke hiervan, voorafgaand aan de volgende periodieke toets, ten genoege van de voorzitter hersteld.
5.
Voor het uitvoeren van de in het eerste lid bedoelde controles is de regelinghouder een vergoeding verschuldigd van ten hoogste € 4000,-.
Artikel 17
De voorzitter trekt een verleende erkenning in of schorst een verleende erkenning, indien naar aanleiding van een controle, bedoeld in
artikel 15, eerste lid, blijkt dat het kwaliteitssysteem:
a.
niet of niet meer voldoende waarborgen biedt ter voorkoming van illegale behandelingen, voor de afwezigheid van residuen van niet-toegestane stoffen of producten of van krachtens de wet toegestane stoffen of producten;
b.
niet, niet meer of niet tijdig voldoet aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening;
c.
adequate en volledige toetsing van het kwaliteitssysteem niet mogelijk is gebleken wegens een oorzaak anders dan aan de zijde van de voorzitter, de door hem aangewezen toetsinstantie of het productschap;
d.
het kwaliteitssysteem is opgeheven; of
e.
de regelinghouder hiertoe een verzoek heeft ingediend of heeft verklaard dat van de erkenning geen gebruik meer zal worden gemaakt.
Artikel 18
De regelinghouder waarvan de aanvraag om een erkenning als bedoeld in
artikel 3, eerste lid, is afgewezen of ingetrokken en dat opnieuw voor een erkenning in aanmerking wenst te komen, kan wederom overeenkomstig
artikel 2, een aanvraag indienen met dien verstande dat ten genoege van de voorzitter aantoonbaar wordt gemaakt dat de omstandigheden die tot intrekking of afwijzing hebben geleid, zijn opgeheven.
1.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit erkenningsvoorwaarden kwaliteitssystemen monitoring kritische stoffen bij varkens (PVV) 2008.
2.
Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en treedt in werking met ingang van 1 februari 2009.
Zoetermeer, 10 december 2008