Besluit van 1 maart 1995, houdende het treffen van een tijdelijke voorziening op grond van artikel 115, tweede lid, Organisatiewet sociale verzekeringen (gedeeltelijke ontheffing BV Habivi van WW-taken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 december 1994, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, Nr. SZ/SV/W/94/5996;
Gelet op artikel 115, tweede lid, Organisatiewet sociale verzekeringen.
De Raad van State gehoord (advies van 30 januari 1995, no. W12.94.0790);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 28 februari 1995, nr. SV/UB/95/1123.
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De taken en bevoegdheden van de Bedrijfsvereniging voor de Haven- en aanverwante bedrijven, Binnenscheepvaart en Visserij die voortvloeien uit de uitvoering van de
Werkloosheidswet , worden uitgeoefend door de Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging ten aanzien van werknemers:
a.
die geboren zijn op of na 1 januari 1937 en voor 1 januari 1942;
b.
die verplicht verzekerd zijn bij de Stichting Pensioenfonds voor de Vervoer- en Havenbedrijven;
c.
wier eerste werkloosheidsdag is gelegen op of na 1 januari 1994 en voor 1 januari 1997; en
d.
wier werkgever is aangesloten bij de Bedrijfsvereniging voor de Haven- en aanverwante bedrijven, Binnenscheepvaart en Visserij.
Artikel 2
De kosten die voortvloeien uit de uitoefening van de in
artikel 1 bedoelde taken en bevoegdheden worden door de Nieuwe Algemene Bedrijfsvereniging in rekening gebracht bij de Bedrijfsvereniging voor de Haven- en aanverwante bedrijven, Binnenscheepvaart en Visserij.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
's-Gravenhage, 1 maart 1995
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de tweede maart 1995
De Minister van Justitie,