Besluit van 22 december 1989, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 81 van de Werkloosheidswet (verdeling van het deel van de premie dat ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidfonds over werkgever en werknemer)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 december 1989, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, nr. SZ/FEBO/89/HF/P/2085;
Gelet op de artikelen 81 en 114 van de Werkloosheidswet ( Stb. 1987, 93);
De Sociaal-Economische Raad gehoord (advies van 13 december 1989);
De Raad van State gehoord (advies van 21 december 1989, nr. W12.89.0711);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 21 december 1989, Directoraat-Generaal Sociale Zekerheid, nr. SZ/SVW/89/7150;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Van de premie, zoals die op grond van
artikel 124 van de Werkloosheidswet ( Stb. 1987, 93) bij ministeriƫle regeling van 12 december 1989 ( Stcrt. 1989, 244) voor alle takken van het bedrijf en beroep is vastgesteld op 2,1% van het loon dat krachtens artikel 14 van die wet voor premieberekening in aanmerking komt, is 1,45% verschuldigd door de werkgever en 0,65% door de werknemer.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1990. Indien het Staatsblad, waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 1989, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 1990.
's-Gravenhage, 22 december 1989
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de negenentwintigste december 1989
De Minister van Justitie,