Besluit financiële eisen verzekeringsbedrijf BES
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder wet:
Wet toezicht verzekeringsbedrijf BES .
a.
USD 223.000 voor een verzekeraar die het levensverzekeringsbedrijf uitoefent;
b.
USD 167.000 voor een verzekeraar die het schadeverzekeringsbedrijf uitoefent.
a.
USD 223.000 voor een verzekeraar die het levensverzekeringsbedrijf uitoefent;
b.
USD 167.000 voor een verzekeraar die het schadeverzekeringsbedrijf uitoefent;
Artikel 4
De in de
Artikel 3 bedoelde waarden moet de verzekeraar voor eigen rekening aanhouden. Als waarden kunnen slechts dienen:
a.
schatkistpapier ten laste van de Staat der Nederlanden, het land Curaçao of het land Sint Maarten;
b.
aandeelbewijzen, schuldbrieven, winst-, oprichtings- en optiebewijzen, warrants en soortgelijke waardepapieren;
c.
bewijzen van rechten van deelgenootschap;
d.
certificaten van waarden, bedoeld in de onderdelen b en c;
e.
recepissen van waarden, bedoeld in de onderdelen a tot en met c;
f.
schuldbekentenissen jegens de verzekeraar, niet zijnde schatkistpapier of schuldbrieven, ten laste van of rechtstreeks en onvoorwaardelijk voor rente en aflossing gewaarborgd door de Staat der Nederlanden, het land Curaçao, het land Sint Maarten of een openbaar lichaam;
h.
schuldbekentenissen jegens de verzekeraar, verzekerd door het recht van hypotheek op in de openbare lichamen gelegen onroerende goederen;
i.
in de openbare lichamen gelegen onroerende goederen.
Artikel 5
De waardering en de spreiding van de waarden, aangewezen in
Artikel 4, behoeven de goedkeuring van de Bank.
Artikel 6
Uit de schuldbekentenissen, bedoeld in
Artikel 4, onderdelen f, g en h, dan wel – voor wat betreft de bepalingen, hierna opgenomen in de onderdelen b tot en met e – uit een afzonderlijke overeenkomst, moet blijken dat:
a.
ten aanzien van de desbetreffende schuldvordering geen overeenkomst mag worden gesloten noch enige andere rechtshandeling mag worden verricht zonder schriftelijke toestemming van de Bank;
b.
overeengekomen aflossingen en rentebetalingen niet zonder schriftelijke toestemming van de Bank mogen plaatsvinden voor zover de Bank dat aan de schuldenaar heeft verboden;
c.
extra aflossingen en vervroegde rentebetalingen niet mogen plaatsvinden zonder schriftelijke toestemming van de Bank;
d.
de aflossingen en rentebetalingen, verricht in strijd met het bepaalde in de onderdelen b en c, niet in mindering komen op de schuldvordering;
e.
de schuldenaar zich niet op compensatie zal beroepen.
2.
De waarden worden in de openbare lichamen bewaard tenzij de Bank van deze bepaling ontheffing verleent. De bewaarneemster draagt zelfstandig zorg voor de verkrijging van nieuwe coupon- en dividendbladen en voor bewaargeving in verband met het bijwonen van vergaderingen door de verzekeraar.
3.
Zonder schriftelijke toestemming van de Bank worden de waarden niet aan de verzekeraar afgegeven en zullen ten aanzien daarvan geen rechtshandelingen worden verricht. De bewaarneemster mag evenwel coupons en dividendbewijzen, mits niet vroeger dan veertien dagen voor de dag der betaalbaarstelling, zonder toestemming van de Bank aan de verzekeraar afgeven, tenzij de Bank haar dit heeft verboden. De Bank deelt dit verbod onmiddellijk schriftelijk aan de verzekeraar mee.
4.
De waarden moeten op verzoek van de Bank aan haar ter bewaring worden afgegeven, indien:
a.
de Bank haar goedkeuring van de bewaarneemster intrekt; of
b.
de bewaarneemster de overeenkomst met de verzekeraar beëindigt.
5.
Vanaf de dertigste dag na de afgifte, bedoeld in het vierde lid, is de Bank bevoegd de waarden overeenkomstig dit artikel in bewaring te geven op kosten van de verzekeraar.
1.
Met betrekking tot de schuldbekentenissen, bedoeld in
Artikel 4, onderdeel h, geldt dat de betrokken hypothecaire inschrijvingen zonder schriftelijke toestemming van de Bank niet mogen worden doorgehaald of gewijzigd.
2.
De onroerende goederen, bedoeld in
Artikel 4, onderdeel i, mogen zonder schriftelijke toestemming van de Bank niet worden vervreemd of bezwaard.
1.
De Bank doet van het aanhouden van schuldbekentenissen ingevolge
Artikel 4, onderdeel h, en van onroerende goederen ingevolge Artikel 4, onderdeel i, onverwijld mededeling aan de hypotheekbewaarder in het openbaar lichaam waar het betrokken goed is gelegen. Deze tekent in de openbare registers aan, dat zonder schriftelijke toestemming van de Bank de hypothecaire inschrijving niet kan worden doorgehaald of gewijzigd en dat het onroerend goed niet kan worden vervreemd of bezwaard.
2.
De hypotheekbewaarder stelt op verzoek van de Bank eveneens in de openbare registers aantekening van de toestemming die de Bank ingevolge
Artikel 8, eerste lid, heeft verleend.
3.
Van de door hem ingevolge dit artikel in de openbare registers gestelde aantekeningen doet de hypotheekbewaarder mededeling aan de Bank. Hij haalt deze aantekeningen geheel of gedeeltelijk door op schriftelijk verzoek van de Bank.
2.
Het boetebedrag voor het niet of niet tijdig voldoen aan de verplichtingen bedoeld in, dan wel voortvloeiende uit
artikel 17 of
23 van de wet bedraagt USD 50.000.
4.
Voor het niet of niet tijdig voldoen aan de verplichtingen bedoeld in, dan wel voortvloeiende uit
artikel 31 of
74 van de wet kan per dag dat men in overtreding is een boete worden opgelegd van USD 2.500 met een maximum van USD 50.000.
7.
De Bank kan het boetebedrag matigen.
Artikel 13
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit financiële eisen verzekeringsbedrijf BES.